Vervoeging van afkalven
Onbepaalde wijs (infinitief): afkalven
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het kalft af
- zij kalven af
Present
- he/she/it founders
- they founder
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het kalfde af
- zij kalfden af
Simple past
- he/she/it foundered
- they foundered
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft afgekalfd
- zij hebben afgekalfd
Present perfect
- he/she/it has foundered
- they have foundered
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had afgekalfd
- zij hadden afgekalfd
Past perfect
- he/she/it had foundered
- they had foundered
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal afkalven
- zij zult afkalven
Future
- he/she/it will founder
- they will founder
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal afgekalfd hebben
- zij zult afgekalfd hebben
Future perfect
- he/she/it will have foundered
- they will have foundered
Conditionalis I
- hij/zij/het zal afkalven
- zij zullen afkalven
Conditional present
- he/she/it would founder
- they would founder
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben afgekalfd
- zij zullen hebben afgekalfd
Conditional perfect
- he/she/it would have foundered
- they would have foundered