Vervoeging van aftappen

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik tap af
  • jij tapt af
  • hij/zij/het tapt af
  • wij tappen af
  • jullie tappen af
  • zij tappen af

Indicativo presente

  • yo barreno
  • barrenas
  • él/ella barrena
  • nosotros barrenamos
  • vosotros barrenáis
  • ellos/ellas barrenan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik tapte af
  • jij tapte af
  • hij/zij/het tapte af
  • wij tapten af
  • jullie tapten af
  • zij tapten af

Indefinido

  • yo barrené
  • barrenaste
  • él/ella barrenó
  • nosotros barrenamos
  • vosotros barrenasteis
  • ellos/ellas barrenaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb afgetapt
  • jij hebt afgetapt
  • hij/zij/het heeft afgetapt
  • wij hebben afgetapt
  • jullie hebben afgetapt
  • zij hebben afgetapt

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he barrenado
  • has barrenado
  • él/ella ha barrenado
  • nosotros hemos barrenado
  • vosotros habéis barrenado
  • ellos/ellas han barrenado

Voltooid verleden tijd

  • ik had afgetapt
  • jij had afgetapt
  • hij/zij/het had afgetapt
  • wij hadden afgetapt
  • jullie hadden afgetapt
  • zij hadden afgetapt

Pluscuamperfecto

  • yo había barrenado
  • habías barrenado
  • él/ella había barrenado
  • nosotros habíamos barrenado
  • vosotros habíais barrenado
  • ellos/ellas habían barrenado

Toekomende tijd I

  • ik zal aftappen
  • jij zult aftappen
  • hij/zij/het zal aftappen
  • wij zullen aftappen
  • jullie zullen aftappen
  • zij zullen aftappen

Futuro I

  • yo barrenaré
  • barrenarás
  • él/ella barrenará
  • nosotros barrenaremos
  • vosotros barrenaréis
  • ellos/ellas barrenarán

Toekomende tijd II

  • ik zal afgetapt hebben
  • jij zult afgetapt hebben
  • hij/zij/het zal afgetapt hebben
  • wij zullen afgetapt hebben
  • jullie zullen afgetapt hebben
  • zij zullen afgetapt hebben

Futuro perfecto

  • yo habré barrenado
  • habrás barrenado
  • él/ella habrá barrenado
  • nosotros habremos barrenado
  • vosotros habréis barrenado
  • ellos/ellas habrán barrenado

Conditionalis I

  • ik zou aftappen
  • jij zou aftappen
  • hij/zij/het zou aftappen
  • wij zouden aftappen
  • jullie zouden aftappen
  • zij zouden aftappen

Condicional

  • yo barrenaría
  • barrenarías
  • él/ella barrenaría
  • nosotros barrenaríamos
  • vosotros barrenaríais
  • ellos/ellas barrenarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben afgetapt
  • jij zou hebben afgetapt
  • hij/zij/het zou hebben afgetapt
  • wij zouden hebben afgetapt
  • jullie zouden hebben afgetapt
  • zij zouden hebben afgetapt

Condicional perfecto

  • yo habría barrenado
  • habrías barrenado
  • él/ella habría barrenado
  • nosotros habríamos barrenado
  • vosotros habríais barrenado
  • ellos/ellas habrían barrenado

Imperatief

  • jij tap af
  • jullie tapt af

Imperativo presente

  • barrena
  • vosotros barrenad

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van aftappen