Engels

Nederlands

Present

  • I amend
  • you amend
  • he/she/it amends
  • we amend
  • you amend
  • they amend

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik verhelp
  • jij verhelpt
  • hij/zij/het verhelpt
  • wij verhelpen
  • jullie verhelpen
  • zij verhelpen

Simple past

  • I amended
  • you amended
  • he/she/it amended
  • we amended
  • you amended
  • they amended

Onvoltooid verleden tijd

  • ik verhielp
  • jij verhielp
  • hij/zij/het verhielp
  • wij verhielpen
  • jullie verhielpen
  • zij verhielpen

Present perfect

  • I have amended
  • you have amended
  • he/she/it has amended
  • we have amended
  • you have amended
  • they have amended

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb verholpen
  • jij hebt verholpen
  • hij/zij/het heeft verholpen
  • wij hebben verholpen
  • jullie hebben verholpen
  • zij hebben verholpen

Past perfect

  • I had amended
  • you had amended
  • he/she/it had amended
  • we had amended
  • you had amended
  • they had amended

Voltooid verleden tijd

  • ik had verholpen
  • jij had verholpen
  • hij/zij/het had verholpen
  • wij hadden verholpen
  • jullie hadden verholpen
  • zij hadden verholpen

Future

  • I will amend
  • you will amend
  • he/she/it will amend
  • we will amend
  • you will amend
  • they will amend

Toekomende tijd I

  • ik zal verhelpen
  • jij zult verhelpen
  • hij/zij/het zal verhelpen
  • wij zullen verhelpen
  • jullie zullen verhelpen
  • zij zullen verhelpen

Future perfect

  • I will have amended
  • you will have amended
  • he/she/it will have amended
  • we will have amended
  • you will have amended
  • they will have amended

Toekomende tijd II

  • ik zal verholpen hebben
  • jij zult verholpen hebben
  • hij/zij/het zal verholpen hebben
  • wij zullen verholpen hebben
  • jullie zullen verholpen hebben
  • zij zullen verholpen hebben

Conditional present

  • I would amend
  • you would amend
  • he/she/it would amend
  • we would amend
  • you would amend
  • they would amend

Conditionalis I

  • ik zou verhelpen
  • jij zou verhelpen
  • hij/zij/het zou verhelpen
  • wij zouden verhelpen
  • jullie zouden verhelpen
  • zij zouden verhelpen

Conditional perfect

  • I would have amended
  • you would have amended
  • he/she/it would have amended
  • we would have amended
  • you would have amended
  • they would have amended

Conditionalis II

  • ik zou hebben verholpen
  • jij zou hebben verholpen
  • hij/zij/het zou hebben verholpen
  • wij zouden hebben verholpen
  • jullie zouden hebben verholpen
  • zij zouden hebben verholpen

Imperative

  • you amend
  • you amend

Imperatief

  • jij verhelp
  • jullie verhelpt

Verwijzingen

Bekijk 7 definitie(s) van amend