Vervoeging van apaiseren
Onbepaalde wijs (infinitief): apaiseren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik apaiseer
- jij apaiseert
- hij/zij/het apaiseert
- wij apaiseren
- jullie apaiseren
- zij apaiseren
Present
- I lull
- you lull
- he/she/it lulls
- we lull
- you lull
- they lull
Onvoltooid verleden tijd
- ik apaiseerde
- jij apaiseerde
- hij/zij/het apaiseerde
- wij apaiseerden
- jullie apaiseerden
- zij apaiseerden
Simple past
- I lulled
- you lulled
- he/she/it lulled
- we lulled
- you lulled
- they lulled
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geapaiseerd
- jij hebt geapaiseerd
- hij/zij/het heeft geapaiseerd
- wij hebben geapaiseerd
- jullie hebben geapaiseerd
- zij hebben geapaiseerd
Present perfect
- I have lulled
- you have lulled
- he/she/it has lulled
- we have lulled
- you have lulled
- they have lulled
Voltooid verleden tijd
- ik had geapaiseerd
- jij had geapaiseerd
- hij/zij/het had geapaiseerd
- wij hadden geapaiseerd
- jullie hadden geapaiseerd
- zij hadden geapaiseerd
Past perfect
- I had lulled
- you had lulled
- he/she/it had lulled
- we had lulled
- you had lulled
- they had lulled
Toekomende tijd I
- ik zal apaiseren
- jij zult apaiseren
- hij/zij/het zal apaiseren
- wij zullen apaiseren
- jullie zullen apaiseren
- zij zullen apaiseren
Future
- I will lull
- you will lull
- he/she/it will lull
- we will lull
- you will lull
- they will lull
Toekomende tijd II
- ik zal geapaiseerd hebben
- jij zult geapaiseerd hebben
- hij/zij/het zal geapaiseerd hebben
- wij zullen geapaiseerd hebben
- jullie zullen geapaiseerd hebben
- zij zullen geapaiseerd hebben
Future perfect
- I will have lulled
- you will have lulled
- he/she/it will have lulled
- we will have lulled
- you will have lulled
- they will have lulled
Conditionalis I
- ik zou apaiseren
- jij zou apaiseren
- hij/zij/het zou apaiseren
- wij zouden apaiseren
- jullie zouden apaiseren
- zij zouden apaiseren
Conditional present
- I would lull
- you would lull
- he/she/it would lull
- we would lull
- you would lull
- they would lull
Conditionalis II
- ik zou hebben geapaiseerd
- jij zou hebben geapaiseerd
- hij/zij/het zou hebben geapaiseerd
- wij zouden hebben geapaiseerd
- jullie zouden hebben geapaiseerd
- zij zouden hebben geapaiseerd
Conditional perfect
- I would have lulled
- you would have lulled
- he/she/it would have lulled
- we would have lulled
- you would have lulled
- they would have lulled
Imperatief
- jij apaiseer
- jullie apaiseert
Imperative
- you lull
- you lull