Vervoeging van appoint
Onbepaalde wijs (infinitief): to appoint
Engels
Nederlands
Present
- I appoint
- you appoint
- he/she/it appoints
- we appoint
- you appoint
- they appoint
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik designeer
- jij designeert
- hij/zij/het designeert
- wij designeren
- jullie designeren
- zij designeren
Simple past
- I appointed
- you appointed
- he/she/it appointed
- we appointed
- you appointed
- they appointed
Onvoltooid verleden tijd
- ik designeerde
- jij designeerde
- hij/zij/het designeerde
- wij designeerden
- jullie designeerden
- zij designeerden
Present perfect
- I have appointed
- you have appointed
- he/she/it has appointed
- we have appointed
- you have appointed
- they have appointed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gedesigneerd
- jij hebt gedesigneerd
- hij/zij/het heeft gedesigneerd
- wij hebben gedesigneerd
- jullie hebben gedesigneerd
- zij hebben gedesigneerd
Past perfect
- I had appointed
- you had appointed
- he/she/it had appointed
- we had appointed
- you had appointed
- they had appointed
Voltooid verleden tijd
- ik had gedesigneerd
- jij had gedesigneerd
- hij/zij/het had gedesigneerd
- wij hadden gedesigneerd
- jullie hadden gedesigneerd
- zij hadden gedesigneerd
Future
- I will appoint
- you will appoint
- he/she/it will appoint
- we will appoint
- you will appoint
- they will appoint
Toekomende tijd I
- ik zal designeren
- jij zult designeren
- hij/zij/het zal designeren
- wij zullen designeren
- jullie zullen designeren
- zij zullen designeren
Future perfect
- I will have appointed
- you will have appointed
- he/she/it will have appointed
- we will have appointed
- you will have appointed
- they will have appointed
Toekomende tijd II
- ik zal gedesigneerd hebben
- jij zult gedesigneerd hebben
- hij/zij/het zal gedesigneerd hebben
- wij zullen gedesigneerd hebben
- jullie zullen gedesigneerd hebben
- zij zullen gedesigneerd hebben
Conditional present
- I would appoint
- you would appoint
- he/she/it would appoint
- we would appoint
- you would appoint
- they would appoint
Conditionalis I
- ik zou designeren
- jij zou designeren
- hij/zij/het zou designeren
- wij zouden designeren
- jullie zouden designeren
- zij zouden designeren
Conditional perfect
- I would have appointed
- you would have appointed
- he/she/it would have appointed
- we would have appointed
- you would have appointed
- they would have appointed
Conditionalis II
- ik zou hebben gedesigneerd
- jij zou hebben gedesigneerd
- hij/zij/het zou hebben gedesigneerd
- wij zouden hebben gedesigneerd
- jullie zouden hebben gedesigneerd
- zij zouden hebben gedesigneerd
Imperative
- you appoint
- you appoint
Imperatief
- jij designeer
- jullie designeert