Vervoeging van apporteren
Onbepaalde wijs (infinitief): apporteren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik apporteer
- jij apporteert
- hij/zij/het apporteert
- wij apporteren
- jullie apporteren
- zij apporteren
Present
- I retrieve
- you retrieve
- he/she/it retrieves
- we retrieve
- you retrieve
- they retrieve
Onvoltooid verleden tijd
- ik apporteerde
- jij apporteerde
- hij/zij/het apporteerde
- wij apporteerden
- jullie apporteerden
- zij apporteerden
Simple past
- I retrieved
- you retrieved
- he/she/it retrieved
- we retrieved
- you retrieved
- they retrieved
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geapporteerd
- jij hebt geapporteerd
- hij/zij/het heeft geapporteerd
- wij hebben geapporteerd
- jullie hebben geapporteerd
- zij hebben geapporteerd
Present perfect
- I have retrieved
- you have retrieved
- he/she/it has retrieved
- we have retrieved
- you have retrieved
- they have retrieved
Voltooid verleden tijd
- ik had geapporteerd
- jij had geapporteerd
- hij/zij/het had geapporteerd
- wij hadden geapporteerd
- jullie hadden geapporteerd
- zij hadden geapporteerd
Past perfect
- I had retrieved
- you had retrieved
- he/she/it had retrieved
- we had retrieved
- you had retrieved
- they had retrieved
Toekomende tijd I
- ik zal apporteren
- jij zult apporteren
- hij/zij/het zal apporteren
- wij zullen apporteren
- jullie zullen apporteren
- zij zullen apporteren
Future
- I will retrieve
- you will retrieve
- he/she/it will retrieve
- we will retrieve
- you will retrieve
- they will retrieve
Toekomende tijd II
- ik zal geapporteerd hebben
- jij zult geapporteerd hebben
- hij/zij/het zal geapporteerd hebben
- wij zullen geapporteerd hebben
- jullie zullen geapporteerd hebben
- zij zullen geapporteerd hebben
Future perfect
- I will have retrieved
- you will have retrieved
- he/she/it will have retrieved
- we will have retrieved
- you will have retrieved
- they will have retrieved
Conditionalis I
- ik zou apporteren
- jij zou apporteren
- hij/zij/het zou apporteren
- wij zouden apporteren
- jullie zouden apporteren
- zij zouden apporteren
Conditional present
- I would retrieve
- you would retrieve
- he/she/it would retrieve
- we would retrieve
- you would retrieve
- they would retrieve
Conditionalis II
- ik zou hebben geapporteerd
- jij zou hebben geapporteerd
- hij/zij/het zou hebben geapporteerd
- wij zouden hebben geapporteerd
- jullie zouden hebben geapporteerd
- zij zouden hebben geapporteerd
Conditional perfect
- I would have retrieved
- you would have retrieved
- he/she/it would have retrieved
- we would have retrieved
- you would have retrieved
- they would have retrieved
Imperatief
- jij apporteer
- jullie apporteert
Imperative
- you retrieve
- you retrieve