Vervoeging van behandelen
Onbepaalde wijs (infinitief): behandelen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik behandel
- jij behandelt
- hij/zij/het behandelt
- wij behandelen
- jullie behandelen
- zij behandelen
Present
- I employ
- you employ
- he/she/it employs
- we employ
- you employ
- they employ
Onvoltooid verleden tijd
- ik behandelde
- jij behandelde
- hij/zij/het behandelde
- wij behandelden
- jullie behandelden
- zij behandelden
Simple past
- I employed
- you employed
- he/she/it employed
- we employed
- you employed
- they employed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb behandeld
- jij hebt behandeld
- hij/zij/het heeft behandeld
- wij hebben behandeld
- jullie hebben behandeld
- zij hebben behandeld
Present perfect
- I have employed
- you have employed
- he/she/it has employed
- we have employed
- you have employed
- they have employed
Voltooid verleden tijd
- ik had behandeld
- jij had behandeld
- hij/zij/het had behandeld
- wij hadden behandeld
- jullie hadden behandeld
- zij hadden behandeld
Past perfect
- I had employed
- you had employed
- he/she/it had employed
- we had employed
- you had employed
- they had employed
Toekomende tijd I
- ik zal behandelen
- jij zult behandelen
- hij/zij/het zal behandelen
- wij zullen behandelen
- jullie zullen behandelen
- zij zullen behandelen
Future
- I will employ
- you will employ
- he/she/it will employ
- we will employ
- you will employ
- they will employ
Toekomende tijd II
- ik zal behandeld hebben
- jij zult behandeld hebben
- hij/zij/het zal behandeld hebben
- wij zullen behandeld hebben
- jullie zullen behandeld hebben
- zij zullen behandeld hebben
Future perfect
- I will have employed
- you will have employed
- he/she/it will have employed
- we will have employed
- you will have employed
- they will have employed
Conditionalis I
- ik zou behandelen
- jij zou behandelen
- hij/zij/het zou behandelen
- wij zouden behandelen
- jullie zouden behandelen
- zij zouden behandelen
Conditional present
- I would employ
- you would employ
- he/she/it would employ
- we would employ
- you would employ
- they would employ
Conditionalis II
- ik zou hebben behandeld
- jij zou hebben behandeld
- hij/zij/het zou hebben behandeld
- wij zouden hebben behandeld
- jullie zouden hebben behandeld
- zij zouden hebben behandeld
Conditional perfect
- I would have employed
- you would have employed
- he/she/it would have employed
- we would have employed
- you would have employed
- they would have employed
Imperatief
- jij behandel
- jullie behandelt
Imperative
- you employ
- you employ