Vervoeging van bekronen
Onbepaalde wijs (infinitief): bekronen
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bekroon
- jij bekroont
- hij/zij/het bekroont
- wij bekronen
- jullie bekronen
- zij bekronen
Indicativo presente
- yo premio
- tú premias
- él/ella premia
- nosotros premiamos
- vosotros premiáis
- ellos/ellas premian
Onvoltooid verleden tijd
- ik bekroonde
- jij bekroonde
- hij/zij/het bekroonde
- wij bekroonden
- jullie bekroonden
- zij bekroonden
Indefinido
- yo premié
- tú premiaste
- él/ella premió
- nosotros premiamos
- vosotros premiasteis
- ellos/ellas premiaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bekroond
- jij hebt bekroond
- hij/zij/het heeft bekroond
- wij hebben bekroond
- jullie hebben bekroond
- zij hebben bekroond
Pretérito perfecto compuesto
- yo he premiado
- tú has premiado
- él/ella ha premiado
- nosotros hemos premiado
- vosotros habéis premiado
- ellos/ellas han premiado
Voltooid verleden tijd
- ik had bekroond
- jij had bekroond
- hij/zij/het had bekroond
- wij hadden bekroond
- jullie hadden bekroond
- zij hadden bekroond
Pluscuamperfecto
- yo había premiado
- tú habías premiado
- él/ella había premiado
- nosotros habíamos premiado
- vosotros habíais premiado
- ellos/ellas habían premiado
Toekomende tijd I
- ik zal bekronen
- jij zult bekronen
- hij/zij/het zal bekronen
- wij zullen bekronen
- jullie zullen bekronen
- zij zullen bekronen
Futuro I
- yo premiaré
- tú premiarás
- él/ella premiará
- nosotros premiaremos
- vosotros premiaréis
- ellos/ellas premiarán
Toekomende tijd II
- ik zal bekroond hebben
- jij zult bekroond hebben
- hij/zij/het zal bekroond hebben
- wij zullen bekroond hebben
- jullie zullen bekroond hebben
- zij zullen bekroond hebben
Futuro perfecto
- yo habré premiado
- tú habrás premiado
- él/ella habrá premiado
- nosotros habremos premiado
- vosotros habréis premiado
- ellos/ellas habrán premiado
Conditionalis I
- ik zou bekronen
- jij zou bekronen
- hij/zij/het zou bekronen
- wij zouden bekronen
- jullie zouden bekronen
- zij zouden bekronen
Condicional
- yo premiaría
- tú premiarías
- él/ella premiaría
- nosotros premiaríamos
- vosotros premiaríais
- ellos/ellas premiarían
Conditionalis II
- ik zou hebben bekroond
- jij zou hebben bekroond
- hij/zij/het zou hebben bekroond
- wij zouden hebben bekroond
- jullie zouden hebben bekroond
- zij zouden hebben bekroond
Condicional perfecto
- yo habría premiado
- tú habrías premiado
- él/ella habría premiado
- nosotros habríamos premiado
- vosotros habríais premiado
- ellos/ellas habrían premiado
Imperatief
- jij bekroon
- jullie bekroont
Imperativo presente
- tú premia
- vosotros premiad