Vervoeging van bergen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik berg
- jij bergt
- hij/zij/het bergt
- wij bergen
- jullie bergen
- zij bergen
Present
- I admit
- you admit
- he/she/it admits
- we admit
- you admit
- they admit
Onvoltooid verleden tijd
- ik borg
- jij borg
- hij/zij/het borg
- wij borgen
- jullie borgen
- zij borgen
Simple past
- I admitted
- you admitted
- he/she/it admitted
- we admitted
- you admitted
- they admitted
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geborgen
- jij hebt geborgen
- hij/zij/het heeft geborgen
- wij hebben geborgen
- jullie hebben geborgen
- zij hebben geborgen
Present perfect
- I have admitted
- you have admitted
- he/she/it has admitted
- we have admitted
- you have admitted
- they have admitted
Voltooid verleden tijd
- ik had geborgen
- jij had geborgen
- hij/zij/het had geborgen
- wij hadden geborgen
- jullie hadden geborgen
- zij hadden geborgen
Past perfect
- I had admitted
- you had admitted
- he/she/it had admitted
- we had admitted
- you had admitted
- they had admitted
Toekomende tijd I
- ik zal bergen
- jij zult bergen
- hij/zij/het zal bergen
- wij zullen bergen
- jullie zullen bergen
- zij zullen bergen
Future
- I will admit
- you will admit
- he/she/it will admit
- we will admit
- you will admit
- they will admit
Toekomende tijd II
- ik zal geborgen hebben
- jij zult geborgen hebben
- hij/zij/het zal geborgen hebben
- wij zullen geborgen hebben
- jullie zullen geborgen hebben
- zij zullen geborgen hebben
Future perfect
- I will have admitted
- you will have admitted
- he/she/it will have admitted
- we will have admitted
- you will have admitted
- they will have admitted
Conditionalis I
- ik zou bergen
- jij zou bergen
- hij/zij/het zou bergen
- wij zouden bergen
- jullie zouden bergen
- zij zouden bergen
Conditional present
- I would admit
- you would admit
- he/she/it would admit
- we would admit
- you would admit
- they would admit
Conditionalis II
- ik zou hebben geborgen
- jij zou hebben geborgen
- hij/zij/het zou hebben geborgen
- wij zouden hebben geborgen
- jullie zouden hebben geborgen
- zij zouden hebben geborgen
Conditional perfect
- I would have admitted
- you would have admitted
- he/she/it would have admitted
- we would have admitted
- you would have admitted
- they would have admitted
Imperatief
- jij berg
- jullie bergt
Imperative
- you admit
- you admit