Vervoeging van bestralen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het bestraalt
  • zij bestralen

Present

  • he/she/it rays
  • they ray

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het bestraalde
  • zij bestraalden

Simple past

  • he/she/it rayed
  • they rayed

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft bestraald
  • zij hebben bestraald

Present perfect

  • he/she/it has rayed
  • they have rayed

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had bestraald
  • zij hadden bestraald

Past perfect

  • he/she/it had rayed
  • they had rayed

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal bestralen
  • zij zult bestralen

Future

  • he/she/it will ray
  • they will ray

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal bestraald hebben
  • zij zult bestraald hebben

Future perfect

  • he/she/it will have rayed
  • they will have rayed

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal bestralen
  • zij zullen bestralen

Conditional present

  • he/she/it would ray
  • they would ray

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben bestraald
  • zij zullen hebben bestraald

Conditional perfect

  • he/she/it would have rayed
  • they would have rayed

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van bestralen