Vervoeging van betray
Onbepaalde wijs (infinitief): to betray
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it betrays
- they betray
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het ontzinkt
- zij ontzinken
Simple past
- he/she/it betrayed
- they betrayed
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het ontzonk
- zij ontzonken
Present perfect
- he/she/it has betrayed
- they have betrayed
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is ontzonken
- zij zijn ontzonken
Past perfect
- he/she/it had betrayed
- they had betrayed
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was ontzonken
- zij waren ontzonken
Future
- he/she/it will betray
- they will betray
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal ontzinken
- zij zult ontzinken
Future perfect
- he/she/it will have betrayed
- they will have betrayed
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal ontzonken zijn
- zij zult ontzonken zijn
Conditional present
- he/she/it would betray
- they would betray
Conditionalis I
- hij/zij/het zal ontzinken
- zij zullen ontzinken
Conditional perfect
- he/she/it would have betrayed
- they would have betrayed
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn ontzonken
- zij zullen zijn ontzonken