Vervoeging van betreffen
Onbepaalde wijs (infinitief): betreffen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik betref
- jij betreft
- hij/zij/het betreft
- wij betreffen
- jullie betreffen
- zij betreffen
Present
- I involve
- you involve
- he/she/it involves
- we involve
- you involve
- they involve
Onvoltooid verleden tijd
- ik betrof
- jij betrof
- hij/zij/het betrof
- wij betroffen
- jullie betroffen
- zij betroffen
Simple past
- I involved
- you involved
- he/she/it involved
- we involved
- you involved
- they involved
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb betroffen
- jij hebt betroffen
- hij/zij/het heeft betroffen
- wij hebben betroffen
- jullie hebben betroffen
- zij hebben betroffen
Present perfect
- I have involved
- you have involved
- he/she/it has involved
- we have involved
- you have involved
- they have involved
Voltooid verleden tijd
- ik had betroffen
- jij had betroffen
- hij/zij/het had betroffen
- wij hadden betroffen
- jullie hadden betroffen
- zij hadden betroffen
Past perfect
- I had involved
- you had involved
- he/she/it had involved
- we had involved
- you had involved
- they had involved
Toekomende tijd I
- ik zal betreffen
- jij zult betreffen
- hij/zij/het zal betreffen
- wij zullen betreffen
- jullie zullen betreffen
- zij zullen betreffen
Future
- I will involve
- you will involve
- he/she/it will involve
- we will involve
- you will involve
- they will involve
Toekomende tijd II
- ik zal betroffen hebben
- jij zult betroffen hebben
- hij/zij/het zal betroffen hebben
- wij zullen betroffen hebben
- jullie zullen betroffen hebben
- zij zullen betroffen hebben
Future perfect
- I will have involved
- you will have involved
- he/she/it will have involved
- we will have involved
- you will have involved
- they will have involved
Conditionalis I
- ik zou betreffen
- jij zou betreffen
- hij/zij/het zou betreffen
- wij zouden betreffen
- jullie zouden betreffen
- zij zouden betreffen
Conditional present
- I would involve
- you would involve
- he/she/it would involve
- we would involve
- you would involve
- they would involve
Conditionalis II
- ik zou hebben betroffen
- jij zou hebben betroffen
- hij/zij/het zou hebben betroffen
- wij zouden hebben betroffen
- jullie zouden hebben betroffen
- zij zouden hebben betroffen
Conditional perfect
- I would have involved
- you would have involved
- he/she/it would have involved
- we would have involved
- you would have involved
- they would have involved
Imperatief
- jij betref
- jullie betreft
Imperative
- you involve
- you involve