Vervoeging van blend
Onbepaalde wijs (infinitief): to blend
Engels
Nederlands
Present
- I blend
- you blend
- he/she/it blends
- we blend
- you blend
- they blend
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik temper
- jij tempert
- hij/zij/het tempert
- wij temperen
- jullie temperen
- zij temperen
Simple past
- I blended; blent
- you blended; blent
- he/she/it blended; blent
- we blended; blent
- you blended; blent
- they blended; blent
Onvoltooid verleden tijd
- ik temperde
- jij temperde
- hij/zij/het temperde
- wij temperden
- jullie temperden
- zij temperden
Present perfect
- I have blended
- you have blended
- he/she/it has blended
- we have blended
- you have blended
- they have blended
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb getemperd
- jij hebt getemperd
- hij/zij/het heeft getemperd
- wij hebben getemperd
- jullie hebben getemperd
- zij hebben getemperd
Past perfect
- I had blended
- you had blended
- he/she/it had blended
- we had blended
- you had blended
- they had blended
Voltooid verleden tijd
- ik had getemperd
- jij had getemperd
- hij/zij/het had getemperd
- wij hadden getemperd
- jullie hadden getemperd
- zij hadden getemperd
Future
- I will blend
- you will blend
- he/she/it will blend
- we will blend
- you will blend
- they will blend
Toekomende tijd I
- ik zal temperen
- jij zult temperen
- hij/zij/het zal temperen
- wij zullen temperen
- jullie zullen temperen
- zij zullen temperen
Future perfect
- I will have blended
- you will have blended
- he/she/it will have blended
- we will have blended
- you will have blended
- they will have blended
Toekomende tijd II
- ik zal getemperd hebben
- jij zult getemperd hebben
- hij/zij/het zal getemperd hebben
- wij zullen getemperd hebben
- jullie zullen getemperd hebben
- zij zullen getemperd hebben
Conditional present
- I would blend
- you would blend
- he/she/it would blend
- we would blend
- you would blend
- they would blend
Conditionalis I
- ik zou temperen
- jij zou temperen
- hij/zij/het zou temperen
- wij zouden temperen
- jullie zouden temperen
- zij zouden temperen
Conditional perfect
- I would have blended
- you would have blended
- he/she/it would have blended
- we would have blended
- you would have blended
- they would have blended
Conditionalis II
- ik zou hebben getemperd
- jij zou hebben getemperd
- hij/zij/het zou hebben getemperd
- wij zouden hebben getemperd
- jullie zouden hebben getemperd
- zij zouden hebben getemperd
Imperative
- you blend
- you blend
Imperatief
- jij temper
- jullie tempert