Vervoeging van click

Engels

Nederlands

Present

  • he/she/it clicks
  • they click

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het klikklakt
  • zij klikklakken

Simple past

  • he/she/it clicked
  • they clicked

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het klikklakte
  • zij klikklakten

Present perfect

  • he/she/it has clicked
  • they have clicked

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft geklikklakt
  • zij hebben geklikklakt

Past perfect

  • he/she/it had clicked
  • they had clicked

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had geklikklakt
  • zij hadden geklikklakt

Future

  • he/she/it will click
  • they will click

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal klikklakken
  • zij zult klikklakken

Future perfect

  • he/she/it will have clicked
  • they will have clicked

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal geklikklakt hebben
  • zij zult geklikklakt hebben

Conditional present

  • he/she/it would click
  • they would click

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal klikklakken
  • zij zullen klikklakken

Conditional perfect

  • he/she/it would have clicked
  • they would have clicked

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben geklikklakt
  • zij zullen hebben geklikklakt

Verwijzingen

Bekijk 7 definitie(s) van click