Vervoeging van collect
Onbepaalde wijs (infinitief): to collect
36 alternatieve vertalingen
- accumuleren
- afhalen
- bijeenbrengen
- bijeengaren
- bijeenkomen
- bijeenrapen
- bijeenzoeken
- collecteren
- collectioneren
- halen
- incasseren
- innen
- inzamelen
- oogsten
- opeenhopen
- opeenstapelen
- ophalen
- ophopen
- oppikken
- opstapelen
- opstrijken
- paren
- plukken
- rapen
- samenbrengen
- samenrotten
- samenscholen
- sparen
- stapelen
- tassen
- toucheren
- vangen
- verenigen
- vergaderen
- vergaren
- verzamelen
Engels
Nederlands
Present
- I collect
- you collect
- he/she/it collects
- we collect
- you collect
- they collect
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik beur
- jij beurt
- hij/zij/het beurt
- wij beuren
- jullie beuren
- zij beuren
Simple past
- I collected
- you collected
- he/she/it collected
- we collected
- you collected
- they collected
Onvoltooid verleden tijd
- ik beurde
- jij beurde
- hij/zij/het beurde
- wij beurden
- jullie beurden
- zij beurden
Present perfect
- I have collected
- you have collected
- he/she/it has collected
- we have collected
- you have collected
- they have collected
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gebeurd
- jij hebt gebeurd
- hij/zij/het heeft gebeurd
- wij hebben gebeurd
- jullie hebben gebeurd
- zij hebben gebeurd
Past perfect
- I had collected
- you had collected
- he/she/it had collected
- we had collected
- you had collected
- they had collected
Voltooid verleden tijd
- ik had gebeurd
- jij had gebeurd
- hij/zij/het had gebeurd
- wij hadden gebeurd
- jullie hadden gebeurd
- zij hadden gebeurd
Future
- I will collect
- you will collect
- he/she/it will collect
- we will collect
- you will collect
- they will collect
Toekomende tijd I
- ik zal beuren
- jij zult beuren
- hij/zij/het zal beuren
- wij zullen beuren
- jullie zullen beuren
- zij zullen beuren
Future perfect
- I will have collected
- you will have collected
- he/she/it will have collected
- we will have collected
- you will have collected
- they will have collected
Toekomende tijd II
- ik zal gebeurd hebben
- jij zult gebeurd hebben
- hij/zij/het zal gebeurd hebben
- wij zullen gebeurd hebben
- jullie zullen gebeurd hebben
- zij zullen gebeurd hebben
Conditional present
- I would collect
- you would collect
- he/she/it would collect
- we would collect
- you would collect
- they would collect
Conditionalis I
- ik zou beuren
- jij zou beuren
- hij/zij/het zou beuren
- wij zouden beuren
- jullie zouden beuren
- zij zouden beuren
Conditional perfect
- I would have collected
- you would have collected
- he/she/it would have collected
- we would have collected
- you would have collected
- they would have collected
Conditionalis II
- ik zou hebben gebeurd
- jij zou hebben gebeurd
- hij/zij/het zou hebben gebeurd
- wij zouden hebben gebeurd
- jullie zouden hebben gebeurd
- zij zouden hebben gebeurd
Imperative
- you collect
- you collect
Imperatief
- jij beur
- jullie beurt