Vervoeging van collecteren
Onbepaalde wijs (infinitief): collecteren
Nederlands
Duits
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik collecteer
- jij collecteert
- hij/zij/het collecteert
- wij collecteren
- jullie collecteren
- zij collecteren
Präsens Indikativ
- ich samm(e)le ein
- du sammelst ein
- er/sie/es sammelt ein
- wir sammeln ein
- ihr sammelt ein
- sie sammeln ein
Onvoltooid verleden tijd
- ik collecteerde
- jij collecteerde
- hij/zij/het collecteerde
- wij collecteerden
- jullie collecteerden
- zij collecteerden
Präteritum Indikativ
- ich sammelte ein
- du sammeltest ein
- er/sie/es sammelte ein
- wir sammelten ein
- ihr sammeltet ein
- sie sammelten ein
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gecollecteerd
- jij hebt gecollecteerd
- hij/zij/het heeft gecollecteerd
- wij hebben gecollecteerd
- jullie hebben gecollecteerd
- zij hebben gecollecteerd
Perfekt Indikativ
- ich habe eingesammelt
- du hast eingesammelt
- er/sie/es hat eingesammelt
- wir haben eingesammelt
- ihr habt eingesammelt
- sie haben eingesammelt
Voltooid verleden tijd
- ik had gecollecteerd
- jij had gecollecteerd
- hij/zij/het had gecollecteerd
- wij hadden gecollecteerd
- jullie hadden gecollecteerd
- zij hadden gecollecteerd
Plusquamperfekt Indikativ
- ich hatte eingesammelt
- du hattest eingesammelt
- er/sie/es hatte eingesammelt
- wir hatten eingesammelt
- ihr hattet eingesammelt
- sie hatten eingesammelt
Toekomende tijd I
- ik zal collecteren
- jij zult collecteren
- hij/zij/het zal collecteren
- wij zullen collecteren
- jullie zullen collecteren
- zij zullen collecteren
Futur I Indikativ
- ich werde einsammeln
- du wirst einsammeln
- er/sie/es wird einsammeln
- wir werden einsammeln
- ihr werdet einsammeln
- sie werden einsammeln
Toekomende tijd II
- ik zal gecollecteerd hebben
- jij zult gecollecteerd hebben
- hij/zij/het zal gecollecteerd hebben
- wij zullen gecollecteerd hebben
- jullie zullen gecollecteerd hebben
- zij zullen gecollecteerd hebben
Futur II Indikativ
- ich werde eingesammelt haben
- du wirst eingesammelt haben
- er/sie/es wird eingesammelt haben
- wir werden eingesammelt haben
- ihr werdet eingesammelt haben
- sie werden eingesammelt haben
Conditionalis I
- ik zou collecteren
- jij zou collecteren
- hij/zij/het zou collecteren
- wij zouden collecteren
- jullie zouden collecteren
- zij zouden collecteren
Futur I Konjunktiv II
- ich würde einsammeln
- du würdest einsammeln
- er/sie/es würde einsammeln
- wir würden einsammeln
- ihr würdet einsammeln
- sie würden einsammeln
Conditionalis II
- ik zou hebben gecollecteerd
- jij zou hebben gecollecteerd
- hij/zij/het zou hebben gecollecteerd
- wij zouden hebben gecollecteerd
- jullie zouden hebben gecollecteerd
- zij zouden hebben gecollecteerd
Futur II Konjunktiv II
- ich würde eingesammelt haben
- du würdest eingesammelt haben
- er/sie/es würde eingesammelt haben
- wir würden eingesammelt haben
- ihr würdet eingesammelt haben
- sie würden eingesammelt haben
Imperatief
- jij collecteer
- jullie collecteert
Imperativ
- du samm(e)le ein
- ihr sammelt ein