Vervoeging van condense
Onbepaalde wijs (infinitief): to condense
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it condenses
- they condense
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het verkookt
- zij verkoken
Simple past
- he/she/it condensed
- they condensed
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het verkookte
- zij verkookten
Present perfect
- he/she/it has condensed
- they have condensed
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft verkookt
- zij hebben verkookt
Past perfect
- he/she/it had condensed
- they had condensed
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had verkookt
- zij hadden verkookt
Future
- he/she/it will condense
- they will condense
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal verkoken
- zij zult verkoken
Future perfect
- he/she/it will have condensed
- they will have condensed
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal verkookt hebben
- zij zult verkookt hebben
Conditional present
- he/she/it would condense
- they would condense
Conditionalis I
- hij/zij/het zal verkoken
- zij zullen verkoken
Conditional perfect
- he/she/it would have condensed
- they would have condensed
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben verkookt
- zij zullen hebben verkookt