Vervoeging van crawl

Engels

Nederlands

Present

  • he/she/it crawls
  • they crawl

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het krioelt
  • zij krioelen

Simple past

  • he/she/it crawled
  • they crawled

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het krioelde
  • zij krioelden

Present perfect

  • he/she/it has crawled
  • they have crawled

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft gekrioeld
  • zij hebben gekrioeld

Past perfect

  • he/she/it had crawled
  • they had crawled

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had gekrioeld
  • zij hadden gekrioeld

Future

  • he/she/it will crawl
  • they will crawl

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal krioelen
  • zij zult krioelen

Future perfect

  • he/she/it will have crawled
  • they will have crawled

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal gekrioeld hebben
  • zij zult gekrioeld hebben

Conditional present

  • he/she/it would crawl
  • they would crawl

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal krioelen
  • zij zullen krioelen

Conditional perfect

  • he/she/it would have crawled
  • they would have crawled

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben gekrioeld
  • zij zullen hebben gekrioeld

Verwijzingen

Bekijk 8 definitie(s) van crawl