Vervoeging van crepitate
Onbepaalde wijs (infinitief): to crepitate
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it crepitates
- they crepitate
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het knistert
- zij knisteren
Simple past
- he/she/it crepitated
- they crepitated
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het knisterde
- zij knisterden
Present perfect
- he/she/it has crepitated
- they have crepitated
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft geknisterd
- zij hebben geknisterd
Past perfect
- he/she/it had crepitated
- they had crepitated
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had geknisterd
- zij hadden geknisterd
Future
- he/she/it will crepitate
- they will crepitate
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal knisteren
- zij zult knisteren
Future perfect
- he/she/it will have crepitated
- they will have crepitated
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal geknisterd hebben
- zij zult geknisterd hebben
Conditional present
- he/she/it would crepitate
- they would crepitate
Conditionalis I
- hij/zij/het zal knisteren
- zij zullen knisteren
Conditional perfect
- he/she/it would have crepitated
- they would have crepitated
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben geknisterd
- zij zullen hebben geknisterd