Vervoeging van croak
Onbepaalde wijs (infinitief): to croak
Engels
Nederlands
Present
- I croak
- you croak
- he/she/it croaks
- we croak
- you croak
- they croak
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik mor
- jij mort
- hij/zij/het mort
- wij morren
- jullie morren
- zij morren
Simple past
- I croaked
- you croaked
- he/she/it croaked
- we croaked
- you croaked
- they croaked
Onvoltooid verleden tijd
- ik morde
- jij morde
- hij/zij/het morde
- wij morden
- jullie morden
- zij morden
Present perfect
- I have croaked
- you have croaked
- he/she/it has croaked
- we have croaked
- you have croaked
- they have croaked
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gemord
- jij hebt gemord
- hij/zij/het heeft gemord
- wij hebben gemord
- jullie hebben gemord
- zij hebben gemord
Past perfect
- I had croaked
- you had croaked
- he/she/it had croaked
- we had croaked
- you had croaked
- they had croaked
Voltooid verleden tijd
- ik had gemord
- jij had gemord
- hij/zij/het had gemord
- wij hadden gemord
- jullie hadden gemord
- zij hadden gemord
Future
- I will croak
- you will croak
- he/she/it will croak
- we will croak
- you will croak
- they will croak
Toekomende tijd I
- ik zal morren
- jij zult morren
- hij/zij/het zal morren
- wij zullen morren
- jullie zullen morren
- zij zullen morren
Future perfect
- I will have croaked
- you will have croaked
- he/she/it will have croaked
- we will have croaked
- you will have croaked
- they will have croaked
Toekomende tijd II
- ik zal gemord hebben
- jij zult gemord hebben
- hij/zij/het zal gemord hebben
- wij zullen gemord hebben
- jullie zullen gemord hebben
- zij zullen gemord hebben
Conditional present
- I would croak
- you would croak
- he/she/it would croak
- we would croak
- you would croak
- they would croak
Conditionalis I
- ik zou morren
- jij zou morren
- hij/zij/het zou morren
- wij zouden morren
- jullie zouden morren
- zij zouden morren
Conditional perfect
- I would have croaked
- you would have croaked
- he/she/it would have croaked
- we would have croaked
- you would have croaked
- they would have croaked
Conditionalis II
- ik zou hebben gemord
- jij zou hebben gemord
- hij/zij/het zou hebben gemord
- wij zouden hebben gemord
- jullie zouden hebben gemord
- zij zouden hebben gemord
Imperative
- you croak
- you croak
Imperatief
- jij mor
- jullie mort