Vervoeging van decimeren

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik decimeer
  • jij decimeert
  • hij/zij/het decimeert
  • wij decimeren
  • jullie decimeren
  • zij decimeren

Present

  • I annihilate
  • you annihilate
  • he/she/it annihilates
  • we annihilate
  • you annihilate
  • they annihilate

Onvoltooid verleden tijd

  • ik decimeerde
  • jij decimeerde
  • hij/zij/het decimeerde
  • wij decimeerden
  • jullie decimeerden
  • zij decimeerden

Simple past

  • I annihilated
  • you annihilated
  • he/she/it annihilated
  • we annihilated
  • you annihilated
  • they annihilated

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gedecimeerd
  • jij hebt gedecimeerd
  • hij/zij/het heeft gedecimeerd
  • wij hebben gedecimeerd
  • jullie hebben gedecimeerd
  • zij hebben gedecimeerd

Present perfect

  • I have annihilated
  • you have annihilated
  • he/she/it has annihilated
  • we have annihilated
  • you have annihilated
  • they have annihilated

Voltooid verleden tijd

  • ik had gedecimeerd
  • jij had gedecimeerd
  • hij/zij/het had gedecimeerd
  • wij hadden gedecimeerd
  • jullie hadden gedecimeerd
  • zij hadden gedecimeerd

Past perfect

  • I had annihilated
  • you had annihilated
  • he/she/it had annihilated
  • we had annihilated
  • you had annihilated
  • they had annihilated

Toekomende tijd I

  • ik zal decimeren
  • jij zult decimeren
  • hij/zij/het zal decimeren
  • wij zullen decimeren
  • jullie zullen decimeren
  • zij zullen decimeren

Future

  • I will annihilate
  • you will annihilate
  • he/she/it will annihilate
  • we will annihilate
  • you will annihilate
  • they will annihilate

Toekomende tijd II

  • ik zal gedecimeerd hebben
  • jij zult gedecimeerd hebben
  • hij/zij/het zal gedecimeerd hebben
  • wij zullen gedecimeerd hebben
  • jullie zullen gedecimeerd hebben
  • zij zullen gedecimeerd hebben

Future perfect

  • I will have annihilated
  • you will have annihilated
  • he/she/it will have annihilated
  • we will have annihilated
  • you will have annihilated
  • they will have annihilated

Conditionalis I

  • ik zou decimeren
  • jij zou decimeren
  • hij/zij/het zou decimeren
  • wij zouden decimeren
  • jullie zouden decimeren
  • zij zouden decimeren

Conditional present

  • I would annihilate
  • you would annihilate
  • he/she/it would annihilate
  • we would annihilate
  • you would annihilate
  • they would annihilate

Conditionalis II

  • ik zou hebben gedecimeerd
  • jij zou hebben gedecimeerd
  • hij/zij/het zou hebben gedecimeerd
  • wij zouden hebben gedecimeerd
  • jullie zouden hebben gedecimeerd
  • zij zouden hebben gedecimeerd

Conditional perfect

  • I would have annihilated
  • you would have annihilated
  • he/she/it would have annihilated
  • we would have annihilated
  • you would have annihilated
  • they would have annihilated

Imperatief

  • jij decimeer
  • jullie decimeert

Imperative

  • you annihilate
  • you annihilate

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van decimeren