Vervoeging van devote

Engels

Nederlands

Present

  • I devote
  • you devote
  • he/she/it devotes
  • we devote
  • you devote
  • they devote

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik draag op
  • jij draagt op
  • hij/zij/het draagt op
  • wij dragen op
  • jullie dragen op
  • zij dragen op

Simple past

  • I devoted
  • you devoted
  • he/she/it devoted
  • we devoted
  • you devoted
  • they devoted

Onvoltooid verleden tijd

  • ik droeg op
  • jij droeg op
  • hij/zij/het droeg op
  • wij droegen op
  • jullie droegen op
  • zij droegen op

Present perfect

  • I have devoted
  • you have devoted
  • he/she/it has devoted
  • we have devoted
  • you have devoted
  • they have devoted

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb opgedragen
  • jij hebt opgedragen
  • hij/zij/het heeft opgedragen
  • wij hebben opgedragen
  • jullie hebben opgedragen
  • zij hebben opgedragen

Past perfect

  • I had devoted
  • you had devoted
  • he/she/it had devoted
  • we had devoted
  • you had devoted
  • they had devoted

Voltooid verleden tijd

  • ik had opgedragen
  • jij had opgedragen
  • hij/zij/het had opgedragen
  • wij hadden opgedragen
  • jullie hadden opgedragen
  • zij hadden opgedragen

Future

  • I will devote
  • you will devote
  • he/she/it will devote
  • we will devote
  • you will devote
  • they will devote

Toekomende tijd I

  • ik zal opdragen
  • jij zult opdragen
  • hij/zij/het zal opdragen
  • wij zullen opdragen
  • jullie zullen opdragen
  • zij zullen opdragen

Future perfect

  • I will have devoted
  • you will have devoted
  • he/she/it will have devoted
  • we will have devoted
  • you will have devoted
  • they will have devoted

Toekomende tijd II

  • ik zal opgedragen hebben
  • jij zult opgedragen hebben
  • hij/zij/het zal opgedragen hebben
  • wij zullen opgedragen hebben
  • jullie zullen opgedragen hebben
  • zij zullen opgedragen hebben

Conditional present

  • I would devote
  • you would devote
  • he/she/it would devote
  • we would devote
  • you would devote
  • they would devote

Conditionalis I

  • ik zou opdragen
  • jij zou opdragen
  • hij/zij/het zou opdragen
  • wij zouden opdragen
  • jullie zouden opdragen
  • zij zouden opdragen

Conditional perfect

  • I would have devoted
  • you would have devoted
  • he/she/it would have devoted
  • we would have devoted
  • you would have devoted
  • they would have devoted

Conditionalis II

  • ik zou hebben opgedragen
  • jij zou hebben opgedragen
  • hij/zij/het zou hebben opgedragen
  • wij zouden hebben opgedragen
  • jullie zouden hebben opgedragen
  • zij zouden hebben opgedragen

Imperative

  • you devote
  • you devote

Imperatief

  • jij draag op
  • jullie draagt op

Verwijzingen

Bekijk 7 definitie(s) van devote