Vervoeging van dominate
Onbepaalde wijs (infinitief): to dominate
Engels
Nederlands
Present
- I dominate
- you dominate
- he/she/it dominates
- we dominate
- you dominate
- they dominate
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik zie neer
- jij ziet neer
- hij/zij/het ziet neer
- wij zien neer
- jullie zien neer
- zij zien neer
Simple past
- I dominated
- you dominated
- he/she/it dominated
- we dominated
- you dominated
- they dominated
Onvoltooid verleden tijd
- ik zag neer
- jij zag neer
- hij/zij/het zag neer
- wij zagen neer
- jullie zagen neer
- zij zagen neer
Present perfect
- I have dominated
- you have dominated
- he/she/it has dominated
- we have dominated
- you have dominated
- they have dominated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb neergezien
- jij hebt neergezien
- hij/zij/het heeft neergezien
- wij hebben neergezien
- jullie hebben neergezien
- zij hebben neergezien
Past perfect
- I had dominated
- you had dominated
- he/she/it had dominated
- we had dominated
- you had dominated
- they had dominated
Voltooid verleden tijd
- ik had neergezien
- jij had neergezien
- hij/zij/het had neergezien
- wij hadden neergezien
- jullie hadden neergezien
- zij hadden neergezien
Future
- I will dominate
- you will dominate
- he/she/it will dominate
- we will dominate
- you will dominate
- they will dominate
Toekomende tijd I
- ik zal neerzien
- jij zult neerzien
- hij/zij/het zal neerzien
- wij zullen neerzien
- jullie zullen neerzien
- zij zullen neerzien
Future perfect
- I will have dominated
- you will have dominated
- he/she/it will have dominated
- we will have dominated
- you will have dominated
- they will have dominated
Toekomende tijd II
- ik zal neergezien hebben
- jij zult neergezien hebben
- hij/zij/het zal neergezien hebben
- wij zullen neergezien hebben
- jullie zullen neergezien hebben
- zij zullen neergezien hebben
Conditional present
- I would dominate
- you would dominate
- he/she/it would dominate
- we would dominate
- you would dominate
- they would dominate
Conditionalis I
- ik zou neerzien
- jij zou neerzien
- hij/zij/het zou neerzien
- wij zouden neerzien
- jullie zouden neerzien
- zij zouden neerzien
Conditional perfect
- I would have dominated
- you would have dominated
- he/she/it would have dominated
- we would have dominated
- you would have dominated
- they would have dominated
Conditionalis II
- ik zou hebben neergezien
- jij zou hebben neergezien
- hij/zij/het zou hebben neergezien
- wij zouden hebben neergezien
- jullie zouden hebben neergezien
- zij zouden hebben neergezien
Imperative
- you dominate
- you dominate
Imperatief
- jij zie neer
- jullie ziet neer