Vervoeging van doom
Onbepaalde wijs (infinitief): to doom
Engels
Nederlands
Present
- I doom
- you doom
- he/she/it dooms
- we doom
- you doom
- they doom
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik berecht
- jij berecht
- hij/zij/het berecht
- wij berechten
- jullie berechten
- zij berechten
Simple past
- I doomed
- you doomed
- he/she/it doomed
- we doomed
- you doomed
- they doomed
Onvoltooid verleden tijd
- ik berechtte
- jij berechtte
- hij/zij/het berechtte
- wij berechtten
- jullie berechtten
- zij berechtten
Present perfect
- I have doomed
- you have doomed
- he/she/it has doomed
- we have doomed
- you have doomed
- they have doomed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb berecht
- jij hebt berecht
- hij/zij/het heeft berecht
- wij hebben berecht
- jullie hebben berecht
- zij hebben berecht
Past perfect
- I had doomed
- you had doomed
- he/she/it had doomed
- we had doomed
- you had doomed
- they had doomed
Voltooid verleden tijd
- ik had berecht
- jij had berecht
- hij/zij/het had berecht
- wij hadden berecht
- jullie hadden berecht
- zij hadden berecht
Future
- I will doom
- you will doom
- he/she/it will doom
- we will doom
- you will doom
- they will doom
Toekomende tijd I
- ik zal berechten
- jij zult berechten
- hij/zij/het zal berechten
- wij zullen berechten
- jullie zullen berechten
- zij zullen berechten
Future perfect
- I will have doomed
- you will have doomed
- he/she/it will have doomed
- we will have doomed
- you will have doomed
- they will have doomed
Toekomende tijd II
- ik zal berecht hebben
- jij zult berecht hebben
- hij/zij/het zal berecht hebben
- wij zullen berecht hebben
- jullie zullen berecht hebben
- zij zullen berecht hebben
Conditional present
- I would doom
- you would doom
- he/she/it would doom
- we would doom
- you would doom
- they would doom
Conditionalis I
- ik zou berechten
- jij zou berechten
- hij/zij/het zou berechten
- wij zouden berechten
- jullie zouden berechten
- zij zouden berechten
Conditional perfect
- I would have doomed
- you would have doomed
- he/she/it would have doomed
- we would have doomed
- you would have doomed
- they would have doomed
Conditionalis II
- ik zou hebben berecht
- jij zou hebben berecht
- hij/zij/het zou hebben berecht
- wij zouden hebben berecht
- jullie zouden hebben berecht
- zij zouden hebben berecht
Imperative
- you doom
- you doom
Imperatief
- jij berecht
- jullie berecht