Vervoeging van doorseinen

Onbepaalde wijs (infinitief): doorseinen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik sein door
  • jij seint door
  • hij/zij/het seint door
  • wij seinen door
  • jullie seinen door
  • zij seinen door

Present

  • I beam
  • you beam
  • he/she/it beams
  • we beam
  • you beam
  • they beam

Onvoltooid verleden tijd

  • ik seinde door
  • jij seinde door
  • hij/zij/het seinde door
  • wij seinden door
  • jullie seinden door
  • zij seinden door

Simple past

  • I beamed
  • you beamed
  • he/she/it beamed
  • we beamed
  • you beamed
  • they beamed

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb doorgeseind
  • jij hebt doorgeseind
  • hij/zij/het heeft doorgeseind
  • wij hebben doorgeseind
  • jullie hebben doorgeseind
  • zij hebben doorgeseind

Present perfect

  • I have beamed
  • you have beamed
  • he/she/it has beamed
  • we have beamed
  • you have beamed
  • they have beamed

Voltooid verleden tijd

  • ik had doorgeseind
  • jij had doorgeseind
  • hij/zij/het had doorgeseind
  • wij hadden doorgeseind
  • jullie hadden doorgeseind
  • zij hadden doorgeseind

Past perfect

  • I had beamed
  • you had beamed
  • he/she/it had beamed
  • we had beamed
  • you had beamed
  • they had beamed

Toekomende tijd I

  • ik zal doorseinen
  • jij zult doorseinen
  • hij/zij/het zal doorseinen
  • wij zullen doorseinen
  • jullie zullen doorseinen
  • zij zullen doorseinen

Future

  • I will beam
  • you will beam
  • he/she/it will beam
  • we will beam
  • you will beam
  • they will beam

Toekomende tijd II

  • ik zal doorgeseind hebben
  • jij zult doorgeseind hebben
  • hij/zij/het zal doorgeseind hebben
  • wij zullen doorgeseind hebben
  • jullie zullen doorgeseind hebben
  • zij zullen doorgeseind hebben

Future perfect

  • I will have beamed
  • you will have beamed
  • he/she/it will have beamed
  • we will have beamed
  • you will have beamed
  • they will have beamed

Conditionalis I

  • ik zou doorseinen
  • jij zou doorseinen
  • hij/zij/het zou doorseinen
  • wij zouden doorseinen
  • jullie zouden doorseinen
  • zij zouden doorseinen

Conditional present

  • I would beam
  • you would beam
  • he/she/it would beam
  • we would beam
  • you would beam
  • they would beam

Conditionalis II

  • ik zou hebben doorgeseind
  • jij zou hebben doorgeseind
  • hij/zij/het zou hebben doorgeseind
  • wij zouden hebben doorgeseind
  • jullie zouden hebben doorgeseind
  • zij zouden hebben doorgeseind

Conditional perfect

  • I would have beamed
  • you would have beamed
  • he/she/it would have beamed
  • we would have beamed
  • you would have beamed
  • they would have beamed

Imperatief

  • jij sein door
  • jullie seint door

Imperative

  • you beam
  • you beam

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van doorseinen