Vervoeging van doortochten

Onbepaalde wijs (infinitief): doortochten

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het tocht door
  • zij tochten door

Indicativo presente

  • él/ella ventila
  • ellos/ellas ventilan

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het tochtte door
  • zij tochtten door

Indefinido

  • él/ella ventiló
  • ellos/ellas ventilaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft doorgetocht
  • zij hebben doorgetocht

Pretérito perfecto compuesto

  • él/ella ha ventilado
  • ellos/ellas han ventilado

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had doorgetocht
  • zij hadden doorgetocht

Pluscuamperfecto

  • él/ella había ventilado
  • ellos/ellas habían ventilado

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal doortochten
  • zij zult doortochten

Futuro I

  • él/ella ventilará
  • ellos/ellas ventilarán

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal doorgetocht hebben
  • zij zult doorgetocht hebben

Futuro perfecto

  • él/ella habrá ventilado
  • ellos/ellas habrán ventilado

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal doortochten
  • zij zullen doortochten

Condicional

  • él/ella ventilaría
  • ellos/ellas ventilarían

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben doorgetocht
  • zij zullen hebben doorgetocht

Condicional perfecto

  • él/ella habría ventilado
  • ellos/ellas habrían ventilado