Vervoeging van drenzen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik drens
- jij drenst
- hij/zij/het drenst
- wij drenzen
- jullie drenzen
- zij drenzen
Present
- I drone
- you drone
- he/she/it drones
- we drone
- you drone
- they drone
Onvoltooid verleden tijd
- ik drensde
- jij drensde
- hij/zij/het drensde
- wij drensden
- jullie drensden
- zij drensden
Simple past
- I droned
- you droned
- he/she/it droned
- we droned
- you droned
- they droned
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gedrensd
- jij hebt gedrensd
- hij/zij/het heeft gedrensd
- wij hebben gedrensd
- jullie hebben gedrensd
- zij hebben gedrensd
Present perfect
- I have droned
- you have droned
- he/she/it has droned
- we have droned
- you have droned
- they have droned
Voltooid verleden tijd
- ik had gedrensd
- jij had gedrensd
- hij/zij/het had gedrensd
- wij hadden gedrensd
- jullie hadden gedrensd
- zij hadden gedrensd
Past perfect
- I had droned
- you had droned
- he/she/it had droned
- we had droned
- you had droned
- they had droned
Toekomende tijd I
- ik zal drenzen
- jij zult drenzen
- hij/zij/het zal drenzen
- wij zullen drenzen
- jullie zullen drenzen
- zij zullen drenzen
Future
- I will drone
- you will drone
- he/she/it will drone
- we will drone
- you will drone
- they will drone
Toekomende tijd II
- ik zal gedrensd hebben
- jij zult gedrensd hebben
- hij/zij/het zal gedrensd hebben
- wij zullen gedrensd hebben
- jullie zullen gedrensd hebben
- zij zullen gedrensd hebben
Future perfect
- I will have droned
- you will have droned
- he/she/it will have droned
- we will have droned
- you will have droned
- they will have droned
Conditionalis I
- ik zou drenzen
- jij zou drenzen
- hij/zij/het zou drenzen
- wij zouden drenzen
- jullie zouden drenzen
- zij zouden drenzen
Conditional present
- I would drone
- you would drone
- he/she/it would drone
- we would drone
- you would drone
- they would drone
Conditionalis II
- ik zou hebben gedrensd
- jij zou hebben gedrensd
- hij/zij/het zou hebben gedrensd
- wij zouden hebben gedrensd
- jullie zouden hebben gedrensd
- zij zouden hebben gedrensd
Conditional perfect
- I would have droned
- you would have droned
- he/she/it would have droned
- we would have droned
- you would have droned
- they would have droned
Imperatief
- jij drens
- jullie drenst
Imperative
- you drone
- you drone