Vervoeging van encadreren
Onbepaalde wijs (infinitief): encadreren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik encadreer
- jij encadreert
- hij/zij/het encadreert
- wij encadreren
- jullie encadreren
- zij encadreren
Present
- I redact
- you redact
- he/she/it redacts
- we redact
- you redact
- they redact
Onvoltooid verleden tijd
- ik encadreerde
- jij encadreerde
- hij/zij/het encadreerde
- wij encadreerden
- jullie encadreerden
- zij encadreerden
Simple past
- I redacted
- you redacted
- he/she/it redacted
- we redacted
- you redacted
- they redacted
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geëncadreerd
- jij hebt geëncadreerd
- hij/zij/het heeft geëncadreerd
- wij hebben geëncadreerd
- jullie hebben geëncadreerd
- zij hebben geëncadreerd
Present perfect
- I have redacted
- you have redacted
- he/she/it has redacted
- we have redacted
- you have redacted
- they have redacted
Voltooid verleden tijd
- ik had geëncadreerd
- jij had geëncadreerd
- hij/zij/het had geëncadreerd
- wij hadden geëncadreerd
- jullie hadden geëncadreerd
- zij hadden geëncadreerd
Past perfect
- I had redacted
- you had redacted
- he/she/it had redacted
- we had redacted
- you had redacted
- they had redacted
Toekomende tijd I
- ik zal encadreren
- jij zult encadreren
- hij/zij/het zal encadreren
- wij zullen encadreren
- jullie zullen encadreren
- zij zullen encadreren
Future
- I will redact
- you will redact
- he/she/it will redact
- we will redact
- you will redact
- they will redact
Toekomende tijd II
- ik zal geëncadreerd hebben
- jij zult geëncadreerd hebben
- hij/zij/het zal geëncadreerd hebben
- wij zullen geëncadreerd hebben
- jullie zullen geëncadreerd hebben
- zij zullen geëncadreerd hebben
Future perfect
- I will have redacted
- you will have redacted
- he/she/it will have redacted
- we will have redacted
- you will have redacted
- they will have redacted
Conditionalis I
- ik zou encadreren
- jij zou encadreren
- hij/zij/het zou encadreren
- wij zouden encadreren
- jullie zouden encadreren
- zij zouden encadreren
Conditional present
- I would redact
- you would redact
- he/she/it would redact
- we would redact
- you would redact
- they would redact
Conditionalis II
- ik zou hebben geëncadreerd
- jij zou hebben geëncadreerd
- hij/zij/het zou hebben geëncadreerd
- wij zouden hebben geëncadreerd
- jullie zouden hebben geëncadreerd
- zij zouden hebben geëncadreerd
Conditional perfect
- I would have redacted
- you would have redacted
- he/she/it would have redacted
- we would have redacted
- you would have redacted
- they would have redacted
Imperatief
- jij encadreer
- jullie encadreert
Imperative
- you redact
- you redact