Vervoeging van exert
Onbepaalde wijs (infinitief): to exert
Engels
Nederlands
Present
- I exert
- you exert
- he/she/it exerts
- we exert
- you exert
- they exert
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik poog
- jij poogt
- hij/zij/het poogt
- wij pogen
- jullie pogen
- zij pogen
Simple past
- I exerted
- you exerted
- he/she/it exerted
- we exerted
- you exerted
- they exerted
Onvoltooid verleden tijd
- ik poogde
- jij poogde
- hij/zij/het poogde
- wij poogden
- jullie poogden
- zij poogden
Present perfect
- I have exerted
- you have exerted
- he/she/it has exerted
- we have exerted
- you have exerted
- they have exerted
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gepoogd
- jij hebt gepoogd
- hij/zij/het heeft gepoogd
- wij hebben gepoogd
- jullie hebben gepoogd
- zij hebben gepoogd
Past perfect
- I had exerted
- you had exerted
- he/she/it had exerted
- we had exerted
- you had exerted
- they had exerted
Voltooid verleden tijd
- ik had gepoogd
- jij had gepoogd
- hij/zij/het had gepoogd
- wij hadden gepoogd
- jullie hadden gepoogd
- zij hadden gepoogd
Future
- I will exert
- you will exert
- he/she/it will exert
- we will exert
- you will exert
- they will exert
Toekomende tijd I
- ik zal pogen
- jij zult pogen
- hij/zij/het zal pogen
- wij zullen pogen
- jullie zullen pogen
- zij zullen pogen
Future perfect
- I will have exerted
- you will have exerted
- he/she/it will have exerted
- we will have exerted
- you will have exerted
- they will have exerted
Toekomende tijd II
- ik zal gepoogd hebben
- jij zult gepoogd hebben
- hij/zij/het zal gepoogd hebben
- wij zullen gepoogd hebben
- jullie zullen gepoogd hebben
- zij zullen gepoogd hebben
Conditional present
- I would exert
- you would exert
- he/she/it would exert
- we would exert
- you would exert
- they would exert
Conditionalis I
- ik zou pogen
- jij zou pogen
- hij/zij/het zou pogen
- wij zouden pogen
- jullie zouden pogen
- zij zouden pogen
Conditional perfect
- I would have exerted
- you would have exerted
- he/she/it would have exerted
- we would have exerted
- you would have exerted
- they would have exerted
Conditionalis II
- ik zou hebben gepoogd
- jij zou hebben gepoogd
- hij/zij/het zou hebben gepoogd
- wij zouden hebben gepoogd
- jullie zouden hebben gepoogd
- zij zouden hebben gepoogd
Imperative
- you exert
- you exert
Imperatief
- jij poog
- jullie poogt