Vervoeging van flake

Engels

Nederlands

Present

  • he/she/it flakes
  • they flake

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het bladdert
  • zij bladderen

Simple past

  • he/she/it flaked
  • they flaked

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het bladderde
  • zij bladderden

Present perfect

  • he/she/it has flaked
  • they have flaked

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft gebladderd
  • zij hebben gebladderd

Past perfect

  • he/she/it had flaked
  • they had flaked

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had gebladderd
  • zij hadden gebladderd

Future

  • he/she/it will flake
  • they will flake

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal bladderen
  • zij zult bladderen

Future perfect

  • he/she/it will have flaked
  • they will have flaked

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal gebladderd hebben
  • zij zult gebladderd hebben

Conditional present

  • he/she/it would flake
  • they would flake

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal bladderen
  • zij zullen bladderen

Conditional perfect

  • he/she/it would have flaked
  • they would have flaked

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben gebladderd
  • zij zullen hebben gebladderd

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van flake