Vervoeging van glosseren
Onbepaalde wijs (infinitief): glosseren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik glosseer
- jij glosseert
- hij/zij/het glosseert
- wij glosseren
- jullie glosseren
- zij glosseren
Present
- I comment
- you comment
- he/she/it comments
- we comment
- you comment
- they comment
Onvoltooid verleden tijd
- ik glosseerde
- jij glosseerde
- hij/zij/het glosseerde
- wij glosseerden
- jullie glosseerden
- zij glosseerden
Simple past
- I commented
- you commented
- he/she/it commented
- we commented
- you commented
- they commented
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geglosseerd
- jij hebt geglosseerd
- hij/zij/het heeft geglosseerd
- wij hebben geglosseerd
- jullie hebben geglosseerd
- zij hebben geglosseerd
Present perfect
- I have commented
- you have commented
- he/she/it has commented
- we have commented
- you have commented
- they have commented
Voltooid verleden tijd
- ik had geglosseerd
- jij had geglosseerd
- hij/zij/het had geglosseerd
- wij hadden geglosseerd
- jullie hadden geglosseerd
- zij hadden geglosseerd
Past perfect
- I had commented
- you had commented
- he/she/it had commented
- we had commented
- you had commented
- they had commented
Toekomende tijd I
- ik zal glosseren
- jij zult glosseren
- hij/zij/het zal glosseren
- wij zullen glosseren
- jullie zullen glosseren
- zij zullen glosseren
Future
- I will comment
- you will comment
- he/she/it will comment
- we will comment
- you will comment
- they will comment
Toekomende tijd II
- ik zal geglosseerd hebben
- jij zult geglosseerd hebben
- hij/zij/het zal geglosseerd hebben
- wij zullen geglosseerd hebben
- jullie zullen geglosseerd hebben
- zij zullen geglosseerd hebben
Future perfect
- I will have commented
- you will have commented
- he/she/it will have commented
- we will have commented
- you will have commented
- they will have commented
Conditionalis I
- ik zou glosseren
- jij zou glosseren
- hij/zij/het zou glosseren
- wij zouden glosseren
- jullie zouden glosseren
- zij zouden glosseren
Conditional present
- I would comment
- you would comment
- he/she/it would comment
- we would comment
- you would comment
- they would comment
Conditionalis II
- ik zou hebben geglosseerd
- jij zou hebben geglosseerd
- hij/zij/het zou hebben geglosseerd
- wij zouden hebben geglosseerd
- jullie zouden hebben geglosseerd
- zij zouden hebben geglosseerd
Conditional perfect
- I would have commented
- you would have commented
- he/she/it would have commented
- we would have commented
- you would have commented
- they would have commented
Imperatief
- jij glosseer
- jullie glosseert
Imperative
- you comment
- you comment