Vervoeging van grate

Engels

Nederlands

Present

  • I grate
  • you grate
  • he/she/it grates
  • we grate
  • you grate
  • they grate

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik kraak
  • jij kraakt
  • hij/zij/het kraakt
  • wij kraken
  • jullie kraken
  • zij kraken

Simple past

  • I grated
  • you grated
  • he/she/it grated
  • we grated
  • you grated
  • they grated

Onvoltooid verleden tijd

  • ik kraakte
  • jij kraakte
  • hij/zij/het kraakte
  • wij kraakten
  • jullie kraakten
  • zij kraakten

Present perfect

  • I have grated
  • you have grated
  • he/she/it has grated
  • we have grated
  • you have grated
  • they have grated

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gekraakt
  • jij hebt gekraakt
  • hij/zij/het heeft gekraakt
  • wij hebben gekraakt
  • jullie hebben gekraakt
  • zij hebben gekraakt

Past perfect

  • I had grated
  • you had grated
  • he/she/it had grated
  • we had grated
  • you had grated
  • they had grated

Voltooid verleden tijd

  • ik had gekraakt
  • jij had gekraakt
  • hij/zij/het had gekraakt
  • wij hadden gekraakt
  • jullie hadden gekraakt
  • zij hadden gekraakt

Future

  • I will grate
  • you will grate
  • he/she/it will grate
  • we will grate
  • you will grate
  • they will grate

Toekomende tijd I

  • ik zal kraken
  • jij zult kraken
  • hij/zij/het zal kraken
  • wij zullen kraken
  • jullie zullen kraken
  • zij zullen kraken

Future perfect

  • I will have grated
  • you will have grated
  • he/she/it will have grated
  • we will have grated
  • you will have grated
  • they will have grated

Toekomende tijd II

  • ik zal gekraakt hebben
  • jij zult gekraakt hebben
  • hij/zij/het zal gekraakt hebben
  • wij zullen gekraakt hebben
  • jullie zullen gekraakt hebben
  • zij zullen gekraakt hebben

Conditional present

  • I would grate
  • you would grate
  • he/she/it would grate
  • we would grate
  • you would grate
  • they would grate

Conditionalis I

  • ik zou kraken
  • jij zou kraken
  • hij/zij/het zou kraken
  • wij zouden kraken
  • jullie zouden kraken
  • zij zouden kraken

Conditional perfect

  • I would have grated
  • you would have grated
  • he/she/it would have grated
  • we would have grated
  • you would have grated
  • they would have grated

Conditionalis II

  • ik zou hebben gekraakt
  • jij zou hebben gekraakt
  • hij/zij/het zou hebben gekraakt
  • wij zouden hebben gekraakt
  • jullie zouden hebben gekraakt
  • zij zouden hebben gekraakt

Imperative

  • you grate
  • you grate

Imperatief

  • jij kraak
  • jullie kraakt

Verwijzingen

Bekijk 6 definitie(s) van grate