Vervoeging van groeten
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik groet
- jij groet
- hij/zij/het groet
- wij groeten
- jullie groeten
- zij groeten
Present
- I hail
- you hail
- he/she/it hails
- we hail
- you hail
- they hail
Onvoltooid verleden tijd
- ik groette
- jij groette
- hij/zij/het groette
- wij groetten
- jullie groetten
- zij groetten
Simple past
- I hailed
- you hailed
- he/she/it hailed
- we hailed
- you hailed
- they hailed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gegroet
- jij hebt gegroet
- hij/zij/het heeft gegroet
- wij hebben gegroet
- jullie hebben gegroet
- zij hebben gegroet
Present perfect
- I have hailed
- you have hailed
- he/she/it has hailed
- we have hailed
- you have hailed
- they have hailed
Voltooid verleden tijd
- ik had gegroet
- jij had gegroet
- hij/zij/het had gegroet
- wij hadden gegroet
- jullie hadden gegroet
- zij hadden gegroet
Past perfect
- I had hailed
- you had hailed
- he/she/it had hailed
- we had hailed
- you had hailed
- they had hailed
Toekomende tijd I
- ik zal groeten
- jij zult groeten
- hij/zij/het zal groeten
- wij zullen groeten
- jullie zullen groeten
- zij zullen groeten
Future
- I will hail
- you will hail
- he/she/it will hail
- we will hail
- you will hail
- they will hail
Toekomende tijd II
- ik zal gegroet hebben
- jij zult gegroet hebben
- hij/zij/het zal gegroet hebben
- wij zullen gegroet hebben
- jullie zullen gegroet hebben
- zij zullen gegroet hebben
Future perfect
- I will have hailed
- you will have hailed
- he/she/it will have hailed
- we will have hailed
- you will have hailed
- they will have hailed
Conditionalis I
- ik zou groeten
- jij zou groeten
- hij/zij/het zou groeten
- wij zouden groeten
- jullie zouden groeten
- zij zouden groeten
Conditional present
- I would hail
- you would hail
- he/she/it would hail
- we would hail
- you would hail
- they would hail
Conditionalis II
- ik zou hebben gegroet
- jij zou hebben gegroet
- hij/zij/het zou hebben gegroet
- wij zouden hebben gegroet
- jullie zouden hebben gegroet
- zij zouden hebben gegroet
Conditional perfect
- I would have hailed
- you would have hailed
- he/she/it would have hailed
- we would have hailed
- you would have hailed
- they would have hailed
Imperatief
- jij groet
- jullie groet
Imperative
- you hail
- you hail