Vervoeging van insneeuwen

Onbepaalde wijs (infinitief): insneeuwen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het sneeuwt in
  • zij sneeuwen in

Present

  • he/she/it hoodwinks
  • they hoodwink

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het sneeuwde in
  • zij sneeuwden in

Simple past

  • he/she/it hoodwinked
  • they hoodwinked

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft ingesneeuwd
  • zij hebben ingesneeuwd

Present perfect

  • he/she/it has hoodwinked
  • they have hoodwinked

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had ingesneeuwd
  • zij hadden ingesneeuwd

Past perfect

  • he/she/it had hoodwinked
  • they had hoodwinked

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal insneeuwen
  • zij zult insneeuwen

Future

  • he/she/it will hoodwink
  • they will hoodwink

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal ingesneeuwd hebben
  • zij zult ingesneeuwd hebben

Future perfect

  • he/she/it will have hoodwinked
  • they will have hoodwinked

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal insneeuwen
  • zij zullen insneeuwen

Conditional present

  • he/she/it would hoodwink
  • they would hoodwink

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben ingesneeuwd
  • zij zullen hebben ingesneeuwd

Conditional perfect

  • he/she/it would have hoodwinked
  • they would have hoodwinked

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van insneeuwen