Vervoeging van invoeren

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik voer in
  • jij voert in
  • hij/zij/het voert in
  • wij voeren in
  • jullie voeren in
  • zij voeren in

Present

  • I innovate
  • you innovate
  • he/she/it innovates
  • we innovate
  • you innovate
  • they innovate

Onvoltooid verleden tijd

  • ik voerde in
  • jij voerde in
  • hij/zij/het voerde in
  • wij voerden in
  • jullie voerden in
  • zij voerden in

Simple past

  • I innovated
  • you innovated
  • he/she/it innovated
  • we innovated
  • you innovated
  • they innovated

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb ingevoerd
  • jij hebt ingevoerd
  • hij/zij/het heeft ingevoerd
  • wij hebben ingevoerd
  • jullie hebben ingevoerd
  • zij hebben ingevoerd

Present perfect

  • I have innovated
  • you have innovated
  • he/she/it has innovated
  • we have innovated
  • you have innovated
  • they have innovated

Voltooid verleden tijd

  • ik had ingevoerd
  • jij had ingevoerd
  • hij/zij/het had ingevoerd
  • wij hadden ingevoerd
  • jullie hadden ingevoerd
  • zij hadden ingevoerd

Past perfect

  • I had innovated
  • you had innovated
  • he/she/it had innovated
  • we had innovated
  • you had innovated
  • they had innovated

Toekomende tijd I

  • ik zal invoeren
  • jij zult invoeren
  • hij/zij/het zal invoeren
  • wij zullen invoeren
  • jullie zullen invoeren
  • zij zullen invoeren

Future

  • I will innovate
  • you will innovate
  • he/she/it will innovate
  • we will innovate
  • you will innovate
  • they will innovate

Toekomende tijd II

  • ik zal ingevoerd hebben
  • jij zult ingevoerd hebben
  • hij/zij/het zal ingevoerd hebben
  • wij zullen ingevoerd hebben
  • jullie zullen ingevoerd hebben
  • zij zullen ingevoerd hebben

Future perfect

  • I will have innovated
  • you will have innovated
  • he/she/it will have innovated
  • we will have innovated
  • you will have innovated
  • they will have innovated

Conditionalis I

  • ik zou invoeren
  • jij zou invoeren
  • hij/zij/het zou invoeren
  • wij zouden invoeren
  • jullie zouden invoeren
  • zij zouden invoeren

Conditional present

  • I would innovate
  • you would innovate
  • he/she/it would innovate
  • we would innovate
  • you would innovate
  • they would innovate

Conditionalis II

  • ik zou hebben ingevoerd
  • jij zou hebben ingevoerd
  • hij/zij/het zou hebben ingevoerd
  • wij zouden hebben ingevoerd
  • jullie zouden hebben ingevoerd
  • zij zouden hebben ingevoerd

Conditional perfect

  • I would have innovated
  • you would have innovated
  • he/she/it would have innovated
  • we would have innovated
  • you would have innovated
  • they would have innovated

Imperatief

  • jij voer in
  • jullie voert in

Imperative

  • you innovate
  • you innovate

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van invoeren