Vervoeging van kijven

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik kijf
  • jij kijft
  • hij/zij/het kijft
  • wij kijven
  • jullie kijven
  • zij kijven

Present

  • I lambaste
  • you lambaste
  • he/she/it lambastes
  • we lambaste
  • you lambaste
  • they lambaste

Onvoltooid verleden tijd

  • ik keef
  • jij keef
  • hij/zij/het keef
  • wij keven
  • jullie keven
  • zij keven

Simple past

  • I lambasted
  • you lambasted
  • he/she/it lambasted
  • we lambasted
  • you lambasted
  • they lambasted

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gekeven
  • jij hebt gekeven
  • hij/zij/het heeft gekeven
  • wij hebben gekeven
  • jullie hebben gekeven
  • zij hebben gekeven

Present perfect

  • I have lambasted
  • you have lambasted
  • he/she/it has lambasted
  • we have lambasted
  • you have lambasted
  • they have lambasted

Voltooid verleden tijd

  • ik had gekeven
  • jij had gekeven
  • hij/zij/het had gekeven
  • wij hadden gekeven
  • jullie hadden gekeven
  • zij hadden gekeven

Past perfect

  • I had lambasted
  • you had lambasted
  • he/she/it had lambasted
  • we had lambasted
  • you had lambasted
  • they had lambasted

Toekomende tijd I

  • ik zal kijven
  • jij zult kijven
  • hij/zij/het zal kijven
  • wij zullen kijven
  • jullie zullen kijven
  • zij zullen kijven

Future

  • I will lambaste
  • you will lambaste
  • he/she/it will lambaste
  • we will lambaste
  • you will lambaste
  • they will lambaste

Toekomende tijd II

  • ik zal gekeven hebben
  • jij zult gekeven hebben
  • hij/zij/het zal gekeven hebben
  • wij zullen gekeven hebben
  • jullie zullen gekeven hebben
  • zij zullen gekeven hebben

Future perfect

  • I will have lambasted
  • you will have lambasted
  • he/she/it will have lambasted
  • we will have lambasted
  • you will have lambasted
  • they will have lambasted

Conditionalis I

  • ik zou kijven
  • jij zou kijven
  • hij/zij/het zou kijven
  • wij zouden kijven
  • jullie zouden kijven
  • zij zouden kijven

Conditional present

  • I would lambaste
  • you would lambaste
  • he/she/it would lambaste
  • we would lambaste
  • you would lambaste
  • they would lambaste

Conditionalis II

  • ik zou hebben gekeven
  • jij zou hebben gekeven
  • hij/zij/het zou hebben gekeven
  • wij zouden hebben gekeven
  • jullie zouden hebben gekeven
  • zij zouden hebben gekeven

Conditional perfect

  • I would have lambasted
  • you would have lambasted
  • he/she/it would have lambasted
  • we would have lambasted
  • you would have lambasted
  • they would have lambasted

Imperatief

  • jij kijf
  • jullie kijft

Imperative

  • you lambaste
  • you lambaste

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van kijven