Vervoeging van klikken
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik klik
- jij klikt
- hij/zij/het klikt
- wij klikken
- jullie klikken
- zij klikken
Present
- I shop
- you shop
- he/she/it shops
- we shop
- you shop
- they shop
Onvoltooid verleden tijd
- ik klikte
- jij klikte
- hij/zij/het klikte
- wij klikten
- jullie klikten
- zij klikten
Simple past
- I shopped
- you shopped
- he/she/it shopped
- we shopped
- you shopped
- they shopped
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geklikt
- jij hebt geklikt
- hij/zij/het heeft geklikt
- wij hebben geklikt
- jullie hebben geklikt
- zij hebben geklikt
Present perfect
- I have shopped
- you have shopped
- he/she/it has shopped
- we have shopped
- you have shopped
- they have shopped
Voltooid verleden tijd
- ik had geklikt
- jij had geklikt
- hij/zij/het had geklikt
- wij hadden geklikt
- jullie hadden geklikt
- zij hadden geklikt
Past perfect
- I had shopped
- you had shopped
- he/she/it had shopped
- we had shopped
- you had shopped
- they had shopped
Toekomende tijd I
- ik zal klikken
- jij zult klikken
- hij/zij/het zal klikken
- wij zullen klikken
- jullie zullen klikken
- zij zullen klikken
Future
- I will shop
- you will shop
- he/she/it will shop
- we will shop
- you will shop
- they will shop
Toekomende tijd II
- ik zal geklikt hebben
- jij zult geklikt hebben
- hij/zij/het zal geklikt hebben
- wij zullen geklikt hebben
- jullie zullen geklikt hebben
- zij zullen geklikt hebben
Future perfect
- I will have shopped
- you will have shopped
- he/she/it will have shopped
- we will have shopped
- you will have shopped
- they will have shopped
Conditionalis I
- ik zou klikken
- jij zou klikken
- hij/zij/het zou klikken
- wij zouden klikken
- jullie zouden klikken
- zij zouden klikken
Conditional present
- I would shop
- you would shop
- he/she/it would shop
- we would shop
- you would shop
- they would shop
Conditionalis II
- ik zou hebben geklikt
- jij zou hebben geklikt
- hij/zij/het zou hebben geklikt
- wij zouden hebben geklikt
- jullie zouden hebben geklikt
- zij zouden hebben geklikt
Conditional perfect
- I would have shopped
- you would have shopped
- he/she/it would have shopped
- we would have shopped
- you would have shopped
- they would have shopped
Imperatief
- jij klik
- jullie klikt
Imperative
- you shop
- you shop