Vervoeging van kwinkeleren
Onbepaalde wijs (infinitief): kwinkeleren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik kwinkeleer
- jij kwinkeleert
- hij/zij/het kwinkeleert
- wij kwinkeleren
- jullie kwinkeleren
- zij kwinkeleren
Present
- I twitter
- you twitter
- he/she/it twitters
- we twitter
- you twitter
- they twitter
Onvoltooid verleden tijd
- ik kwinkeleerde
- jij kwinkeleerde
- hij/zij/het kwinkeleerde
- wij kwinkeleerden
- jullie kwinkeleerden
- zij kwinkeleerden
Simple past
- I twittered
- you twittered
- he/she/it twittered
- we twittered
- you twittered
- they twittered
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gekwinkeleerd
- jij hebt gekwinkeleerd
- hij/zij/het heeft gekwinkeleerd
- wij hebben gekwinkeleerd
- jullie hebben gekwinkeleerd
- zij hebben gekwinkeleerd
Present perfect
- I have twittered
- you have twittered
- he/she/it has twittered
- we have twittered
- you have twittered
- they have twittered
Voltooid verleden tijd
- ik had gekwinkeleerd
- jij had gekwinkeleerd
- hij/zij/het had gekwinkeleerd
- wij hadden gekwinkeleerd
- jullie hadden gekwinkeleerd
- zij hadden gekwinkeleerd
Past perfect
- I had twittered
- you had twittered
- he/she/it had twittered
- we had twittered
- you had twittered
- they had twittered
Toekomende tijd I
- ik zal kwinkeleren
- jij zult kwinkeleren
- hij/zij/het zal kwinkeleren
- wij zullen kwinkeleren
- jullie zullen kwinkeleren
- zij zullen kwinkeleren
Future
- I will twitter
- you will twitter
- he/she/it will twitter
- we will twitter
- you will twitter
- they will twitter
Toekomende tijd II
- ik zal gekwinkeleerd hebben
- jij zult gekwinkeleerd hebben
- hij/zij/het zal gekwinkeleerd hebben
- wij zullen gekwinkeleerd hebben
- jullie zullen gekwinkeleerd hebben
- zij zullen gekwinkeleerd hebben
Future perfect
- I will have twittered
- you will have twittered
- he/she/it will have twittered
- we will have twittered
- you will have twittered
- they will have twittered
Conditionalis I
- ik zou kwinkeleren
- jij zou kwinkeleren
- hij/zij/het zou kwinkeleren
- wij zouden kwinkeleren
- jullie zouden kwinkeleren
- zij zouden kwinkeleren
Conditional present
- I would twitter
- you would twitter
- he/she/it would twitter
- we would twitter
- you would twitter
- they would twitter
Conditionalis II
- ik zou hebben gekwinkeleerd
- jij zou hebben gekwinkeleerd
- hij/zij/het zou hebben gekwinkeleerd
- wij zouden hebben gekwinkeleerd
- jullie zouden hebben gekwinkeleerd
- zij zouden hebben gekwinkeleerd
Conditional perfect
- I would have twittered
- you would have twittered
- he/she/it would have twittered
- we would have twittered
- you would have twittered
- they would have twittered
Imperatief
- jij kwinkeleer
- jullie kwinkeleert
Imperative
- you twitter
- you twitter