Vervoeging van lanterfanten
Onbepaalde wijs (infinitief): lanterfanten
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik lanterfant
- jij lanterfant
- hij/zij/het lanterfant
- wij lanterfanten
- jullie lanterfanten
- zij lanterfanten
Present
- I bum
- you bum
- he/she/it bums
- we bum
- you bum
- they bum
Onvoltooid verleden tijd
- ik lanterfantte
- jij lanterfantte
- hij/zij/het lanterfantte
- wij lanterfantten
- jullie lanterfantten
- zij lanterfantten
Simple past
- I bummed
- you bummed
- he/she/it bummed
- we bummed
- you bummed
- they bummed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gelanterfant
- jij hebt gelanterfant
- hij/zij/het heeft gelanterfant
- wij hebben gelanterfant
- jullie hebben gelanterfant
- zij hebben gelanterfant
Present perfect
- I have bummed
- you have bummed
- he/she/it has bummed
- we have bummed
- you have bummed
- they have bummed
Voltooid verleden tijd
- ik had gelanterfant
- jij had gelanterfant
- hij/zij/het had gelanterfant
- wij hadden gelanterfant
- jullie hadden gelanterfant
- zij hadden gelanterfant
Past perfect
- I had bummed
- you had bummed
- he/she/it had bummed
- we had bummed
- you had bummed
- they had bummed
Toekomende tijd I
- ik zal lanterfanten
- jij zult lanterfanten
- hij/zij/het zal lanterfanten
- wij zullen lanterfanten
- jullie zullen lanterfanten
- zij zullen lanterfanten
Future
- I will bum
- you will bum
- he/she/it will bum
- we will bum
- you will bum
- they will bum
Toekomende tijd II
- ik zal gelanterfant hebben
- jij zult gelanterfant hebben
- hij/zij/het zal gelanterfant hebben
- wij zullen gelanterfant hebben
- jullie zullen gelanterfant hebben
- zij zullen gelanterfant hebben
Future perfect
- I will have bummed
- you will have bummed
- he/she/it will have bummed
- we will have bummed
- you will have bummed
- they will have bummed
Conditionalis I
- ik zou lanterfanten
- jij zou lanterfanten
- hij/zij/het zou lanterfanten
- wij zouden lanterfanten
- jullie zouden lanterfanten
- zij zouden lanterfanten
Conditional present
- I would bum
- you would bum
- he/she/it would bum
- we would bum
- you would bum
- they would bum
Conditionalis II
- ik zou hebben gelanterfant
- jij zou hebben gelanterfant
- hij/zij/het zou hebben gelanterfant
- wij zouden hebben gelanterfant
- jullie zouden hebben gelanterfant
- zij zouden hebben gelanterfant
Conditional perfect
- I would have bummed
- you would have bummed
- he/she/it would have bummed
- we would have bummed
- you would have bummed
- they would have bummed
Imperatief
- jij lanterfant
- jullie lanterfant
Imperative
- you bum
- you bum