Vervoeging van laud
Onbepaalde wijs (infinitief): to laud
Engels
Nederlands
Present
- I laud
- you laud
- he/she/it lauds
- we laud
- you laud
- they laud
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik hemel op
- jij hemelt op
- hij/zij/het hemelt op
- wij hemelen op
- jullie hemelen op
- zij hemelen op
Simple past
- I lauded
- you lauded
- he/she/it lauded
- we lauded
- you lauded
- they lauded
Onvoltooid verleden tijd
- ik hemelde op
- jij hemelde op
- hij/zij/het hemelde op
- wij hemelden op
- jullie hemelden op
- zij hemelden op
Present perfect
- I have lauded
- you have lauded
- he/she/it has lauded
- we have lauded
- you have lauded
- they have lauded
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opgehemeld
- jij hebt opgehemeld
- hij/zij/het heeft opgehemeld
- wij hebben opgehemeld
- jullie hebben opgehemeld
- zij hebben opgehemeld
Past perfect
- I had lauded
- you had lauded
- he/she/it had lauded
- we had lauded
- you had lauded
- they had lauded
Voltooid verleden tijd
- ik had opgehemeld
- jij had opgehemeld
- hij/zij/het had opgehemeld
- wij hadden opgehemeld
- jullie hadden opgehemeld
- zij hadden opgehemeld
Future
- I will laud
- you will laud
- he/she/it will laud
- we will laud
- you will laud
- they will laud
Toekomende tijd I
- ik zal ophemelen
- jij zult ophemelen
- hij/zij/het zal ophemelen
- wij zullen ophemelen
- jullie zullen ophemelen
- zij zullen ophemelen
Future perfect
- I will have lauded
- you will have lauded
- he/she/it will have lauded
- we will have lauded
- you will have lauded
- they will have lauded
Toekomende tijd II
- ik zal opgehemeld hebben
- jij zult opgehemeld hebben
- hij/zij/het zal opgehemeld hebben
- wij zullen opgehemeld hebben
- jullie zullen opgehemeld hebben
- zij zullen opgehemeld hebben
Conditional present
- I would laud
- you would laud
- he/she/it would laud
- we would laud
- you would laud
- they would laud
Conditionalis I
- ik zou ophemelen
- jij zou ophemelen
- hij/zij/het zou ophemelen
- wij zouden ophemelen
- jullie zouden ophemelen
- zij zouden ophemelen
Conditional perfect
- I would have lauded
- you would have lauded
- he/she/it would have lauded
- we would have lauded
- you would have lauded
- they would have lauded
Conditionalis II
- ik zou hebben opgehemeld
- jij zou hebben opgehemeld
- hij/zij/het zou hebben opgehemeld
- wij zouden hebben opgehemeld
- jullie zouden hebben opgehemeld
- zij zouden hebben opgehemeld
Imperative
- you laud
- you laud
Imperatief
- jij hemel op
- jullie hemelt op