Vervoeging van legeren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik leger
- jij legert
- hij/zij/het legert
- wij legeren
- jullie legeren
- zij legeren
Present
- I bequeath
- you bequeath
- he/she/it bequeaths
- we bequeath
- you bequeath
- they bequeath
Onvoltooid verleden tijd
- ik legerde
- jij legerde
- hij/zij/het legerde
- wij legerden
- jullie legerden
- zij legerden
Simple past
- I bequeathed
- you bequeathed
- he/she/it bequeathed
- we bequeathed
- you bequeathed
- they bequeathed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gelegerd
- jij hebt gelegerd
- hij/zij/het heeft gelegerd
- wij hebben gelegerd
- jullie hebben gelegerd
- zij hebben gelegerd
Present perfect
- I have bequeathed
- you have bequeathed
- he/she/it has bequeathed
- we have bequeathed
- you have bequeathed
- they have bequeathed
Voltooid verleden tijd
- ik had gelegerd
- jij had gelegerd
- hij/zij/het had gelegerd
- wij hadden gelegerd
- jullie hadden gelegerd
- zij hadden gelegerd
Past perfect
- I had bequeathed
- you had bequeathed
- he/she/it had bequeathed
- we had bequeathed
- you had bequeathed
- they had bequeathed
Toekomende tijd I
- ik zal legeren
- jij zult legeren
- hij/zij/het zal legeren
- wij zullen legeren
- jullie zullen legeren
- zij zullen legeren
Future
- I will bequeath
- you will bequeath
- he/she/it will bequeath
- we will bequeath
- you will bequeath
- they will bequeath
Toekomende tijd II
- ik zal gelegerd hebben
- jij zult gelegerd hebben
- hij/zij/het zal gelegerd hebben
- wij zullen gelegerd hebben
- jullie zullen gelegerd hebben
- zij zullen gelegerd hebben
Future perfect
- I will have bequeathed
- you will have bequeathed
- he/she/it will have bequeathed
- we will have bequeathed
- you will have bequeathed
- they will have bequeathed
Conditionalis I
- ik zou legeren
- jij zou legeren
- hij/zij/het zou legeren
- wij zouden legeren
- jullie zouden legeren
- zij zouden legeren
Conditional present
- I would bequeath
- you would bequeath
- he/she/it would bequeath
- we would bequeath
- you would bequeath
- they would bequeath
Conditionalis II
- ik zou hebben gelegerd
- jij zou hebben gelegerd
- hij/zij/het zou hebben gelegerd
- wij zouden hebben gelegerd
- jullie zouden hebben gelegerd
- zij zouden hebben gelegerd
Conditional perfect
- I would have bequeathed
- you would have bequeathed
- he/she/it would have bequeathed
- we would have bequeathed
- you would have bequeathed
- they would have bequeathed
Imperatief
- jij leger
- jullie legert
Imperative
- you bequeath
- you bequeath