Vervoeging van litigate
Onbepaalde wijs (infinitief): to litigate
Engels
Nederlands
Present
- I litigate
- you litigate
- he/she/it litigates
- we litigate
- you litigate
- they litigate
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik procedeer
- jij procedeert
- hij/zij/het procedeert
- wij procederen
- jullie procederen
- zij procederen
Simple past
- I litigated
- you litigated
- he/she/it litigated
- we litigated
- you litigated
- they litigated
Onvoltooid verleden tijd
- ik procedeerde
- jij procedeerde
- hij/zij/het procedeerde
- wij procedeerden
- jullie procedeerden
- zij procedeerden
Present perfect
- I have litigated
- you have litigated
- he/she/it has litigated
- we have litigated
- you have litigated
- they have litigated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geprocedeerd
- jij hebt geprocedeerd
- hij/zij/het heeft geprocedeerd
- wij hebben geprocedeerd
- jullie hebben geprocedeerd
- zij hebben geprocedeerd
Past perfect
- I had litigated
- you had litigated
- he/she/it had litigated
- we had litigated
- you had litigated
- they had litigated
Voltooid verleden tijd
- ik had geprocedeerd
- jij had geprocedeerd
- hij/zij/het had geprocedeerd
- wij hadden geprocedeerd
- jullie hadden geprocedeerd
- zij hadden geprocedeerd
Future
- I will litigate
- you will litigate
- he/she/it will litigate
- we will litigate
- you will litigate
- they will litigate
Toekomende tijd I
- ik zal procederen
- jij zult procederen
- hij/zij/het zal procederen
- wij zullen procederen
- jullie zullen procederen
- zij zullen procederen
Future perfect
- I will have litigated
- you will have litigated
- he/she/it will have litigated
- we will have litigated
- you will have litigated
- they will have litigated
Toekomende tijd II
- ik zal geprocedeerd hebben
- jij zult geprocedeerd hebben
- hij/zij/het zal geprocedeerd hebben
- wij zullen geprocedeerd hebben
- jullie zullen geprocedeerd hebben
- zij zullen geprocedeerd hebben
Conditional present
- I would litigate
- you would litigate
- he/she/it would litigate
- we would litigate
- you would litigate
- they would litigate
Conditionalis I
- ik zou procederen
- jij zou procederen
- hij/zij/het zou procederen
- wij zouden procederen
- jullie zouden procederen
- zij zouden procederen
Conditional perfect
- I would have litigated
- you would have litigated
- he/she/it would have litigated
- we would have litigated
- you would have litigated
- they would have litigated
Conditionalis II
- ik zou hebben geprocedeerd
- jij zou hebben geprocedeerd
- hij/zij/het zou hebben geprocedeerd
- wij zouden hebben geprocedeerd
- jullie zouden hebben geprocedeerd
- zij zouden hebben geprocedeerd
Imperative
- you litigate
- you litigate
Imperatief
- jij procedeer
- jullie procedeert