Vervoeging van manipulate
Onbepaalde wijs (infinitief): to manipulate
Engels
Nederlands
Present
- I manipulate
- you manipulate
- he/she/it manipulates
- we manipulate
- you manipulate
- they manipulate
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik manipuleer
- jij manipuleert
- hij/zij/het manipuleert
- wij manipuleren
- jullie manipuleren
- zij manipuleren
Simple past
- I manipulated
- you manipulated
- he/she/it manipulated
- we manipulated
- you manipulated
- they manipulated
Onvoltooid verleden tijd
- ik manipuleerde
- jij manipuleerde
- hij/zij/het manipuleerde
- wij manipuleerden
- jullie manipuleerden
- zij manipuleerden
Present perfect
- I have manipulated
- you have manipulated
- he/she/it has manipulated
- we have manipulated
- you have manipulated
- they have manipulated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gemanipuleerd
- jij hebt gemanipuleerd
- hij/zij/het heeft gemanipuleerd
- wij hebben gemanipuleerd
- jullie hebben gemanipuleerd
- zij hebben gemanipuleerd
Past perfect
- I had manipulated
- you had manipulated
- he/she/it had manipulated
- we had manipulated
- you had manipulated
- they had manipulated
Voltooid verleden tijd
- ik had gemanipuleerd
- jij had gemanipuleerd
- hij/zij/het had gemanipuleerd
- wij hadden gemanipuleerd
- jullie hadden gemanipuleerd
- zij hadden gemanipuleerd
Future
- I will manipulate
- you will manipulate
- he/she/it will manipulate
- we will manipulate
- you will manipulate
- they will manipulate
Toekomende tijd I
- ik zal manipuleren
- jij zult manipuleren
- hij/zij/het zal manipuleren
- wij zullen manipuleren
- jullie zullen manipuleren
- zij zullen manipuleren
Future perfect
- I will have manipulated
- you will have manipulated
- he/she/it will have manipulated
- we will have manipulated
- you will have manipulated
- they will have manipulated
Toekomende tijd II
- ik zal gemanipuleerd hebben
- jij zult gemanipuleerd hebben
- hij/zij/het zal gemanipuleerd hebben
- wij zullen gemanipuleerd hebben
- jullie zullen gemanipuleerd hebben
- zij zullen gemanipuleerd hebben
Conditional present
- I would manipulate
- you would manipulate
- he/she/it would manipulate
- we would manipulate
- you would manipulate
- they would manipulate
Conditionalis I
- ik zou manipuleren
- jij zou manipuleren
- hij/zij/het zou manipuleren
- wij zouden manipuleren
- jullie zouden manipuleren
- zij zouden manipuleren
Conditional perfect
- I would have manipulated
- you would have manipulated
- he/she/it would have manipulated
- we would have manipulated
- you would have manipulated
- they would have manipulated
Conditionalis II
- ik zou hebben gemanipuleerd
- jij zou hebben gemanipuleerd
- hij/zij/het zou hebben gemanipuleerd
- wij zouden hebben gemanipuleerd
- jullie zouden hebben gemanipuleerd
- zij zouden hebben gemanipuleerd
Imperative
- you manipulate
- you manipulate
Imperatief
- jij manipuleer
- jullie manipuleert