Vervoeging van mass
Onbepaalde wijs (infinitief): to mass
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it masses
- they mass
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het schoolt samen
- zij scholen samen
Simple past
- he/she/it massed
- they massed
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het schoolde samen
- zij schoolden samen
Present perfect
- he/she/it has massed
- they have massed
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft samengeschoold
- zij hebben samengeschoold
Past perfect
- he/she/it had massed
- they had massed
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had samengeschoold
- zij hadden samengeschoold
Future
- he/she/it will mass
- they will mass
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal samenscholen
- zij zult samenscholen
Future perfect
- he/she/it will have massed
- they will have massed
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal samengeschoold hebben
- zij zult samengeschoold hebben
Conditional present
- he/she/it would mass
- they would mass
Conditionalis I
- hij/zij/het zal samenscholen
- zij zullen samenscholen
Conditional perfect
- he/she/it would have massed
- they would have massed
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben samengeschoold
- zij zullen hebben samengeschoold