Vervoeging van mizzle
Onbepaalde wijs (infinitief): to mizzle
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it mizzles
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het miezert
Simple past
- he/she/it mizzled
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het miezerde
Present perfect
- he/she/it has mizzled
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gemiezerd
Past perfect
- he/she/it had mizzled
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gemiezerd
Future
- he/she/it will mizzle
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal miezeren
Future perfect
- he/she/it will have mizzled
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gemiezerd hebben
Conditional present
- he/she/it would mizzle
Conditionalis I
- hij/zij/het zult miezeren
Conditional perfect
- he/she/it would have mizzled
Conditionalis II
- hij/zij/het zult hebben gemiezerd