Vervoeging van mogen
Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik mag
- jij mag
- hij/zij/het mag
- wij mogen
- jullie mogen
- zij mogen
Présent
- j'estime
- tu estimes
- il/elle estime
- nous estimons
- vous estimez
- ils/elles estiment
Onvoltooid verleden tijd
- ik mocht
- jij mocht
- hij/zij/het mocht
- wij mochten
- jullie mochten
- zij mochten
Indicatif imparfait
- j'estimais
- tu estimais
- il/elle estimait
- nous estimions
- vous estimiez
- ils/elles estimaient
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gemogen
- jij hebt gemogen
- hij/zij/het heeft gemogen
- wij hebben gemogen
- jullie hebben gemogen
- zij hebben gemogen
Indicatif passé composé
- j'ai estimé
- tu as estimé
- il/elle a estimé
- nous avons estimé
- vous avez estimé
- ils/elles ont estimé
Voltooid verleden tijd
- ik had gemogen
- jij had gemogen
- hij/zij/het had gemogen
- wij hadden gemogen
- jullie hadden gemogen
- zij hadden gemogen
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais estimé
- tu avais estimé
- il/elle avait estimé
- nous avions estimé
- vous aviez estimé
- ils/elles avaient estimé
Toekomende tijd I
- ik zal mogen
- jij zult mogen
- hij/zij/het zal mogen
- wij zullen mogen
- jullie zullen mogen
- zij zullen mogen
Indicatif futur
- j'estimerai
- tu estimeras
- il/elle estimera
- nous estimerons
- vous estimerez
- ils/elles estimeront
Toekomende tijd II
- ik zal gemogen hebben
- jij zult gemogen hebben
- hij/zij/het zal gemogen hebben
- wij zullen gemogen hebben
- jullie zullen gemogen hebben
- zij zullen gemogen hebben
Indicatif futur antérieur
- j'aurai estimé
- tu auras estimé
- il/elle aura estimé
- nous aurons estimé
- vous aurez estimé
- ils/elles auront estimé
Conditionalis I
- ik zou mogen
- jij zou mogen
- hij/zij/het zou mogen
- wij zouden mogen
- jullie zouden mogen
- zij zouden mogen
Conditionnel présent
- j'estimerais
- tu estimerais
- il/elle estimerait
- nous estimerions
- vous estimeriez
- ils/elles estimeraient
Conditionalis II
- ik zou hebben gemogen
- jij zou hebben gemogen
- hij/zij/het zou hebben gemogen
- wij zouden hebben gemogen
- jullie zouden hebben gemogen
- zij zouden hebben gemogen
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais estimé
- tu aurais estimé
- il/elle aurait estimé
- nous aurions estimé
- vous auriez estimé
- ils/elles auraient estimé