Vervoeging van name
Onbepaalde wijs (infinitief): to name
Engels
Nederlands
Present
- I name
- you name
- he/she/it names
- we name
- you name
- they name
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik diagnostiseer
- jij diagnostiseert
- hij/zij/het diagnostiseert
- wij diagnostiseren
- jullie diagnostiseren
- zij diagnostiseren
Simple past
- I named
- you named
- he/she/it named
- we named
- you named
- they named
Onvoltooid verleden tijd
- ik diagnostiseerde
- jij diagnostiseerde
- hij/zij/het diagnostiseerde
- wij diagnostiseerden
- jullie diagnostiseerden
- zij diagnostiseerden
Present perfect
- I have named
- you have named
- he/she/it has named
- we have named
- you have named
- they have named
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gediagnostiseerd
- jij hebt gediagnostiseerd
- hij/zij/het heeft gediagnostiseerd
- wij hebben gediagnostiseerd
- jullie hebben gediagnostiseerd
- zij hebben gediagnostiseerd
Past perfect
- I had named
- you had named
- he/she/it had named
- we had named
- you had named
- they had named
Voltooid verleden tijd
- ik had gediagnostiseerd
- jij had gediagnostiseerd
- hij/zij/het had gediagnostiseerd
- wij hadden gediagnostiseerd
- jullie hadden gediagnostiseerd
- zij hadden gediagnostiseerd
Future
- I will name
- you will name
- he/she/it will name
- we will name
- you will name
- they will name
Toekomende tijd I
- ik zal diagnostiseren
- jij zult diagnostiseren
- hij/zij/het zal diagnostiseren
- wij zullen diagnostiseren
- jullie zullen diagnostiseren
- zij zullen diagnostiseren
Future perfect
- I will have named
- you will have named
- he/she/it will have named
- we will have named
- you will have named
- they will have named
Toekomende tijd II
- ik zal gediagnostiseerd hebben
- jij zult gediagnostiseerd hebben
- hij/zij/het zal gediagnostiseerd hebben
- wij zullen gediagnostiseerd hebben
- jullie zullen gediagnostiseerd hebben
- zij zullen gediagnostiseerd hebben
Conditional present
- I would name
- you would name
- he/she/it would name
- we would name
- you would name
- they would name
Conditionalis I
- ik zou diagnostiseren
- jij zou diagnostiseren
- hij/zij/het zou diagnostiseren
- wij zouden diagnostiseren
- jullie zouden diagnostiseren
- zij zouden diagnostiseren
Conditional perfect
- I would have named
- you would have named
- he/she/it would have named
- we would have named
- you would have named
- they would have named
Conditionalis II
- ik zou hebben gediagnostiseerd
- jij zou hebben gediagnostiseerd
- hij/zij/het zou hebben gediagnostiseerd
- wij zouden hebben gediagnostiseerd
- jullie zouden hebben gediagnostiseerd
- zij zouden hebben gediagnostiseerd
Imperative
- you name
- you name
Imperatief
- jij diagnostiseer
- jullie diagnostiseert