Vervoeging van omblazen

Onbepaalde wijs (infinitief): omblazen

vertaal alle vervoegingen
Vertaling: to fade

2 alternatieve vertalingen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik blaas om
  • jij blaast om
  • hij/zij/het blaast om
  • wij blazen om
  • jullie blazen om
  • zij blazen om

Present

  • I fade
  • you fade
  • he/she/it fades
  • we fade
  • you fade
  • they fade

Onvoltooid verleden tijd

  • ik blies om
  • jij blies om
  • hij/zij/het blies om
  • wij bliezen om
  • jullie bliezen om
  • zij bliezen om

Simple past

  • I faded
  • you faded
  • he/she/it faded
  • we faded
  • you faded
  • they faded

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb omgeblazen
  • jij hebt omgeblazen
  • hij/zij/het heeft omgeblazen
  • wij hebben omgeblazen
  • jullie hebben omgeblazen
  • zij hebben omgeblazen

Present perfect

  • I have faded
  • you have faded
  • he/she/it has faded
  • we have faded
  • you have faded
  • they have faded

Voltooid verleden tijd

  • ik had omgeblazen
  • jij had omgeblazen
  • hij/zij/het had omgeblazen
  • wij hadden omgeblazen
  • jullie hadden omgeblazen
  • zij hadden omgeblazen

Past perfect

  • I had faded
  • you had faded
  • he/she/it had faded
  • we had faded
  • you had faded
  • they had faded

Toekomende tijd I

  • ik zal omblazen
  • jij zult omblazen
  • hij/zij/het zal omblazen
  • wij zullen omblazen
  • jullie zullen omblazen
  • zij zullen omblazen

Future

  • I will fade
  • you will fade
  • he/she/it will fade
  • we will fade
  • you will fade
  • they will fade

Toekomende tijd II

  • ik zal omgeblazen hebben
  • jij zult omgeblazen hebben
  • hij/zij/het zal omgeblazen hebben
  • wij zullen omgeblazen hebben
  • jullie zullen omgeblazen hebben
  • zij zullen omgeblazen hebben

Future perfect

  • I will have faded
  • you will have faded
  • he/she/it will have faded
  • we will have faded
  • you will have faded
  • they will have faded

Conditionalis I

  • ik zou omblazen
  • jij zou omblazen
  • hij/zij/het zou omblazen
  • wij zouden omblazen
  • jullie zouden omblazen
  • zij zouden omblazen

Conditional present

  • I would fade
  • you would fade
  • he/she/it would fade
  • we would fade
  • you would fade
  • they would fade

Conditionalis II

  • ik zou hebben omgeblazen
  • jij zou hebben omgeblazen
  • hij/zij/het zou hebben omgeblazen
  • wij zouden hebben omgeblazen
  • jullie zouden hebben omgeblazen
  • zij zouden hebben omgeblazen

Conditional perfect

  • I would have faded
  • you would have faded
  • he/she/it would have faded
  • we would have faded
  • you would have faded
  • they would have faded

Imperatief

  • jij blaas om
  • jullie blaast om

Imperative

  • you fade
  • you fade