Vervoeging van omkeren
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik keer om
- jij keert om
- hij/zij/het keert om
- wij keren om
- jullie keren om
- zij keren om
Indicativo presente
- yo vuelco
- tú vuelcas
- él/ella vuelca
- nosotros volcamos
- vosotros volcáis
- ellos/ellas vuelcan
Onvoltooid verleden tijd
- ik keerde om
- jij keerde om
- hij/zij/het keerde om
- wij keerden om
- jullie keerden om
- zij keerden om
Indefinido
- yo volqué
- tú volcaste
- él/ella volcó
- nosotros volcamos
- vosotros volcasteis
- ellos/ellas volcaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb omgekeerd
- jij hebt omgekeerd
- hij/zij/het heeft omgekeerd
- wij hebben omgekeerd
- jullie hebben omgekeerd
- zij hebben omgekeerd
Pretérito perfecto compuesto
- yo he volcado
- tú has volcado
- él/ella ha volcado
- nosotros hemos volcado
- vosotros habéis volcado
- ellos/ellas han volcado
Voltooid verleden tijd
- ik had omgekeerd
- jij had omgekeerd
- hij/zij/het had omgekeerd
- wij hadden omgekeerd
- jullie hadden omgekeerd
- zij hadden omgekeerd
Pluscuamperfecto
- yo había volcado
- tú habías volcado
- él/ella había volcado
- nosotros habíamos volcado
- vosotros habíais volcado
- ellos/ellas habían volcado
Toekomende tijd I
- ik zal omkeren
- jij zult omkeren
- hij/zij/het zal omkeren
- wij zullen omkeren
- jullie zullen omkeren
- zij zullen omkeren
Futuro I
- yo volcaré
- tú volcarás
- él/ella volcará
- nosotros volcaremos
- vosotros volcaréis
- ellos/ellas volcarán
Toekomende tijd II
- ik zal omgekeerd hebben
- jij zult omgekeerd hebben
- hij/zij/het zal omgekeerd hebben
- wij zullen omgekeerd hebben
- jullie zullen omgekeerd hebben
- zij zullen omgekeerd hebben
Futuro perfecto
- yo habré volcado
- tú habrás volcado
- él/ella habrá volcado
- nosotros habremos volcado
- vosotros habréis volcado
- ellos/ellas habrán volcado
Conditionalis I
- ik zou omkeren
- jij zou omkeren
- hij/zij/het zou omkeren
- wij zouden omkeren
- jullie zouden omkeren
- zij zouden omkeren
Condicional
- yo volcaría
- tú volcarías
- él/ella volcaría
- nosotros volcaríamos
- vosotros volcaríais
- ellos/ellas volcarían
Conditionalis II
- ik zou hebben omgekeerd
- jij zou hebben omgekeerd
- hij/zij/het zou hebben omgekeerd
- wij zouden hebben omgekeerd
- jullie zouden hebben omgekeerd
- zij zouden hebben omgekeerd
Condicional perfecto
- yo habría volcado
- tú habrías volcado
- él/ella habría volcado
- nosotros habríamos volcado
- vosotros habríais volcado
- ellos/ellas habrían volcado
Imperatief
- jij keer om
- jullie keert om
Imperativo presente
- tú vuelca
- vosotros volcad