Vervoeging van omspoelen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het omspoelt
  • zij omspoelen

Present

  • he/she/it laves
  • they lave

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het omspoelde
  • zij omspoelden

Simple past

  • he/she/it laved
  • they laved

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft omspoeld
  • zij hebben omspoeld

Present perfect

  • he/she/it has laved
  • they have laved

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had omspoeld
  • zij hadden omspoeld

Past perfect

  • he/she/it had laved
  • they had laved

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal omspoelen
  • zij zult omspoelen

Future

  • he/she/it will lave
  • they will lave

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal omspoeld hebben
  • zij zult omspoeld hebben

Future perfect

  • he/she/it will have laved
  • they will have laved

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal omspoelen
  • zij zullen omspoelen

Conditional present

  • he/she/it would lave
  • they would lave

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben omspoeld
  • zij zullen hebben omspoeld

Conditional perfect

  • he/she/it would have laved
  • they would have laved

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van omspoelen